LEVEN IN HET BURGERWEESHUIS VAN ZIERIKZEE VADER en MOEDER. J.B.Kerpestein Het Burgerweeshuis heeft eeuwenlang een bij zondere plaats ingenomen in de Zierikzeese gemeenschap. In het algemeen spreekt een weeshuis vaak tot de verbeelding en roept mak kelijk het 19e eeuwse, Charles Dickensachtige, beeld op van een kil tehuis. In Zierikzee was dat mijns inziens niet het geval. Wat uit de archieven en andere bronnen naar voren komt is dat als regel zorgvuldig met de belangen van de weeskin deren omgegaan werd en dat ze goed verzorgd werden. Het volgende is bedoeld als een sfeertekening van het leven van bij het weeshuis betrokken perso nen in een betrekkelijk korte periode, eind 19e, begin 20e eeuw, waarin de gegevens uit de bron nen ons een kijkje gunnen. P.D. de Vos, de latere archivaris van Zierikzee, schrijft eind 19e eeuw: "De in het weeshuis ver pleegde kinderen ondervinden er, dank zij den milden, humanen zin der regenten en regentes sen eene uitnemende behandeling". En zo was het maar net. Uit de archiefstukken blijkt dat de regenten en regentessen begaan waren met het lot van de wezen en dat het regime in het weeshuis redelijk verlicht was. Zij kwamen de wezen vaak tegemoet in hun behoef ten en wensen. Als regel zal dat ook wel het geval geweest zijn bij de binnenvader en -moeder. Niemand zal echter bij deze kinderen het gemis van de warmte en geborgenheid van een gezin hebben kunnen wegnemen. REGENTEN van het Burger-Weeshuis te Zierikïcr roepen bij ileze op, sollicitanten naar de vacante betrekking van De voordcelen, aan deze betrekking verbonden, zijn: vrije voeding, inwoning, geneeskundige behandeling enz. en eene jaarwedde van 350. Sollicitanten liefst zonder kinderen, worden verzocht zich met vrachtvrije brieven en onder inzending van bewijzen van gedrag enz, aan te melden vóór of uiterlijK op AO Augustus e.K. bij den eerst- ondergeteekende. Pegenten voornoemd Zierikzee, C. J. FOKKER, Voorzitter. 22 Jiïli 1885. A. BUIJZE Mz.Secretaris. Uit de Zierikzeesche Courant van 25 juli 1885. In de Zierikzeesche Courant van 25 juli 1885 plaat sten de regenten een oproep voor sollicitanten naar de betrekking van (binnen-)vader en moeder. De jaarwedde voor het echtpaar, in 1863 nog fl.250, was nu fl. 350. Ze konden aanspraak maken op vrije voeding, inwoning en geneeskundige behandeling. Dat de sollicitanten ook bewijzen van gedrag moesten overleggen was niet hele maal overbodig, maar daarover later meer. De vier regenten en vier regentessen, ook wel bui- tenvaders en buitenmoeders genoemd, werden aangesteld door het gemeentebestuur. De ge meenteraad besliste over hun aanstelling, op voordracht van de zittende regenten. De regen tessen gingen voornamelijk over huishoudelijke zaken en de weesmeisjes. Volgens het reglement van het bestuur waren de regentessen toege voegd aan de regenten. De laatsten interpreteer den dat zo dat de regentessen geen deel uitmaak ten van het bestuur van het weeshuis, maar slechts een adviserende stem hadden, en dat dan nog alleen wat betreft huishoudelijke zaken. De regenten hadden het voor het zeggen; de vrou wenemancipatie was nog ver weg. Wezen werden niet zomaar tot het Burgerwees huis toegelaten. Zo moest de laatst overleden ouder minstens 4 jaar onafgebroken in Zierikzee gewoond hebben en geen bedeling van enig arm bestuur genoten hebben. Onechte kinderen wer den niet toegelaten. Verder moest de wees min stens 6 jaar zijn en hoogstens 17. In bijzondere gevallen konden de regenten van deze regels afwijken. Hadden de weesjongens de school doorlopen dan werden ze meestal als werkjongens bij ambachts lieden in de leer gedaan, maar er waren ook weeskinderen die na de lagere school naar de Rijksnormaalschool (de opleiding voor onderwij zer) in Zierikzee gingen. Dat een wees naar een andere streek of stad moest, bijvoorbeeld voor het volgen van een voortgezette opleiding, gebeurde maar zelden. In zo'n geval verzocht het Zierikzeese Burgerweeshuis een weeshuis ter plaatse om het kind op te nemen en betaalde ook de kosten daarvan. 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2009 | | pagina 12