VAN DE REDACTIE Van harte gefeliciteerd! Voor u ligt een wel heel spe ciale editie van Stad en Lande. Het is namelijk het I25ste nummer, afkomstig van uw exact 70 jaar oude Vereniging. Hoe memorabel dit laatste feit ook mag zijn, het bestuur van de Vereniging Stad en Lande heeft besloten om pas haar 75-jarig jubile um uitgebreider te vieren. Het was overigens niet de pas opgerichte Vereniging die in 1939 met de uitgifte van een Mededelingenblad begon. Pas in september 1964 werd door het bestuur besloten om een periodiek onder die naam te laten verschijnen, om zo de leden op de hoogte te houden van haar activiteiten. Ook toen hield de Vereniging al de vinger aan de pols, bij ingrijpende restauraties en veranderingen in het Schouwse landschap. De redactie werd gevormd door P. van Beveren -de secretaris van de Vere niging- en de Zierikzeese stadsarchivaris C. Postma. Dit pas opgerichte blad -wat destijds niet meer inhield dan enkele gestencilde en aan elkaar geniet- te A4tjes- won snel aan populariteit en werd een begrip op Schouwen-Duiveland en ver daarbuiten. Naast de vele activiteiten die de Vereniging destijds ontplooide, de personalia en het verdere vereni- gingsnieuws kon de redactie het niet nalaten om zelf ook enkele artikelen (steevast 'bijdragen' genoemd) te plaatsen over geschiedkundige wetenswaardigheden. Ook leden werden uitgeno digd om een aandeel te leveren in de 'nieuwsgaring'. Al snel vormden deze bijdragen de hoofdmoot van de inhoud van het Mededelingenblad, waardoor deze alleen maar omvangrijker werd en het lezers aantal bleef stijgen. Nu, na 125 nummers, ligt er driemaal per jaar een boekwerk voor u, met een keur aan artikelen waar in nog steeds de lezers van het eerste uur, gevolgd door heel veel nieuwe leden, telkens iets van hun gading vinden. Een voorbeeld van zo'n lezer van het eerste uur is Rinus van Langeraad uit Hoofddorp. Zijn relaas, ingekomen naar aanleiding van onze oproep om herinneringen aan Stad en Lande, is zo bijzonder dat wij u die niet willen onthouden. In dit nummer kijken we zoals aangekondigd uitge breid terug. Naast de gebruikelijke rubrieken als 'Van de Voorzitter' en 'Wie is dat noe?' passeren een groot aantal interessante, bijzondere en mooie bij- |/<^CEW. EX •^-^OOELBV)^ dragen opnieuw de revue. Zo kunt u in dit nummer lezen over een 'Aemsteese reize' die aan het eind van de negentiende eeuw werd ondernomen door twee inwoners van Dreischor. In een tijd waarin auto's en motoren op het eiland nog ontbraken was dit een hele onderneming. Het verhaal werd in 1983 door A. de Vin opgetekend, aan de hand van een audio-opname. Op deze cassetteband was het ver haal in het Dreister dialect ingesproken door de heer P.J. Padmos. Naar aanleiding van deze publica tie schreef de heer S.F. Kuipers in het daaropvolgen de Mededelingenblad (nr. 49, 1984) een bijdrage over boerderij "d' Oute Poppe" onder Kerkwerve. Omdat beide artikelen onderling zo nauw samen hangen willen wij u het artikel van Kuipers niet ont houden. Mevrouw S. Mol-Kleinepier, bekend van Streek- dracht Vereniging De Arke, schreef in het verleden een serie bijdragen over de Schouwen-Duivelandse streekdracht. Van haar hand plaatsen wij een in 2001 verschenen bijdrage over de fraaie burger dracht op Schouwen. Vanuit Schouwen vervolgen wij onze eigen tocht naar de republiek Bruinisse. Hier ontstond, inmid dels al weer dertig jaar geleden, ophef rond een bij zondere gevelsteen. Hierover schreef J.L.Braber in 1979 een artikel. Dit keer kunt u niet alleen lezen over de geschiedenis van deze markante steen, maar vertelt Betty Blikman-Ruiterkamp u ook hoe het allemaal afliep. In 1987 plaatste het Mededelingenblad gedichtjes, gemaakt door oud-voorzitter J.L. Braber uit Dreischor, op de manier van Kees Stip (1913-2001), de bekende Nederlandse puntdichter. Braber wilde zelf iets gaan doen met de spotnamen van de bewo ners van de verschillende plaatsen op het eiland. Deze hebben vaak iets met dieren te maken. Waarschijnlijk inspireerden beide aspecten Braber tot het maken van elf gedichtjes. Ook de huidige redactie waardeert ze en geeft ze graag een plaats je, verspreid in het blad. Hopelijk ook tot uw plezier! De Redactie eindigt dit nummer met een Ode aan Schouwen uit 1998. Een speciaal gedicht van A. Leydekkers. Dit gedicht zal hopelijk een ieder die de schoonheid van Schouwen-Duiveland lief heeft bijzonder aanspreken! 1

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2009 | | pagina 3