PLEIDOOI VOOR BEHOUD VAN DE WEVERIJ
David Schorer
Voorgevel van de weverij. Foto: auteur.
De Monumentencommissie maakt zich zorgen
over de toekomst van de Calicotweverij aan het
Kerkhof, het laatste gebouw dat herinnert aan drie
decennia katoennijverheid in Zierikzee. Weinigen
zullen onze hoofdstad associëren met de textiel
industrie: toch was dat één der speerpunten van
het provinciaal en gemeentelijk werkgelegen
heidsbeleid in de jaren '30 van de negentiende
eeuw. in de Kroniek van 1987 heeft Liesbeth van
der Doe-van der Geest daarover een buitenge
woon interessant artikel gepubliceerd, getiteld
"De Katoenweverij van Salomonson in Zierikzee
(1838-1856)". Daarin kan men lezen, dat de
gebroeders Godfried en Hein Salomonson behalve
in Twente -waar zij woonden- door de inspanning
van het stadsbestuur ook in Zierikzee een cen
trum van katoenproductie vestigden. Eerst wer
den daarvoor twee leegstaande gebouwen in de
Sint Anthoniestraat (later Manhuisstraat) en de
Sint Jansstraat bestemd, maar het volgende jaar
werd er, door tussenkomst van de gemeente, een
heel huizenblok tussen de Wevershoek en de
Raamstraat -in totaal 8 woningen- voor de weef
getouwen in gereedheid gebracht. De bedoeling
was in deze tot werkruimten ingerichte rij huizen
250 weefgetouwen te plaatsen, zodat er 250
arbeidsplaatsen beschikbaar zouden komen. Dit
aantal is echter nooit gehaald. Omdat het gros
van de bevolking geen ervaring had met deze
nieuwe 'manufactuur' werden de uitverkorenen
eerst geschoold. Zoals in alle steden was er wel
ervaring met de wol- en lakenbereiding, maar niet
met de productie van "calicots", de katoenen rol
len die uitsluitend voor de 'Oost' bestemd waren,
en die door de firma Salomonson op contract
werden geleverd aan de Nederlandsche Handel
Maatschappij, welke voor het zeetransport naar
en de verwerking in Indië zorg droeg.
Het is niet mijn bedoeling hier nog meer wetens
waardigs uit het artikel aan te halen, maar wel om
31