Westenschouwen. In die tijd was de vuurtoren nog effen grijs van kleur. De persoon bij uitstek om deze vraag voor te leggen was Teun Rosmolen, de kleinzoon van de kooikersbaas indertijd. Ook bij hem rees onmiddellijk het zelfde vermoeden. Na oude foto's te hebben vergeleken, bleek het gebouw goed te gelijken en de situering juist weergegeven. De jonge Jan Jans barstte toen al van het talent. •*vj Het kooikershuis in de Westerse Laagte, wsch. uit 1925 (coll. T. Rosmolen, Zierikzee) Teun Rosmolen vertelde het volgende: "Grootvader Teun Rosmolen was de eerste kooi ker op de eendenkooi in de 'Westerse Laagte' van 1893 tot 1900. Maar de kooi raakte al snel in ver val doordat de kooiplas en de vangpijpen volsto ven met duinzand. Daarom vertrok hij in 1900 naar de eendenkooi bij het 'Watergat' in Renesse. Er werden in die tijd vaak jachtpartijen in de dui nen gehouden. De jagers, met hun gevolg, kwa men dan in het kooikershuis eten. Als het een broodmaaltijd was maakte grootmoeder Janna Rosmolen-Groenleer dit zelf klaar. Werd er warm gegeten, dan kwam Jan Bom - van het hotel - met z'n ezelskar vol met goed ingepakte warme gerechten door de duinen naar het huis. Groot vader Teun liep op blote voeten over het hoge duin naar Burgh. Het duin heet nog steeds, zij het met een foutieve spelling 'Theunisseshil'. Het Gemeentearchief Schouwen-Duiveland bewaart een foto van het oude kooikershuis. De beschrij ving "een dubbel huis" klopt niet. Het was wel tamelijk groot, maar beslist geen dubbel huis." Ook Frans Beekman - kenner van de kop van Schouwen bij uitstek - voegde nog feiten toe. "0| de topografische kaart 1915 is te zien dat de kun stenaar vanuit het zuiden heeft geschilderd. D< vuurtoren ligt dan precies achter het kooihuis. D( onderlinge ligging van kooihuis, kooiplas en bos jes is wel met wat kunstenaars-vrijheid gearran geerd. Links staan donkere bomen, mogelijk krom gewaaide dennen, die geplant zijn in opdrach' van W. H. C. Staring in 1863. In 1867 verteldf Staring achteraf niet gelukkig te zijn geweest mei de proeven om dennen op Schouwen te planten. In zijn boekje '40 Jaar plus één Westhoekwerk' schrijft dat Nico Lysen omstreeks 1935 nog vijftien robuuste stamresten van het Staringbosje in de Westerse Laagte vond. Rechts staan (grijs) achter het riet, vermoedelijk wilgen. Er is geen twijfel mogelijk. Vooral de vorm van het dak van het kooihuis is zeer kenmerkend. Zie verder mijn arti kel 'De eendenkooi in de Westerse Laagte' in Sterna (jrg. 2000 nr. 1). In het riet langs de kooi plas zaten in 1921 kleine Karekieten. Tussen 1910 en 1930 is alles onder het zand gewaaid." Over de schilder Jan Jans werd op 1 oktober 1883 te Almelo gebo ren en bezocht de Avondtekenschool en de Technische school te Zwolle, waar hij lessen volg de bij Jan Godefroy (1882-1958). Verder vormde hij zichzelf. Van beroep was hij architect, maar tevens kunstschilder en vooral een goed tekenaar Hij schilderde veel duinlandschappen, stadsgezich ten en tekende veel landelijke bouwkunst. Jans was lid van de Twentse Kunstkring. Zijn werk komt voor in de Rijkscollectie en het Rijksmuseum Twente, in Enschede. Zijn stijl is naturalistisch en De voormalige huishoudschool aan het Jannewekken is ontworpen door Jan Jans (coll. Gemeentearchief Schouwen-Duiveland) 26

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2007 | | pagina 28