heidsbekleders achteraan en militairen te paard. Met de Haarlemmerschuit gaat de reis verder, eerst naar Haarlem, vervolgens naar Leiden waar wordt overnacht in het logement aan de Witte Vrouwenpoort. Het echtpaar verlangt duidelijk naar huis, want de volgende dag, woensdag de twintigste, reizen ze direct verder via Delft naar Rotterdam en de laatste overnachting is in een logement aan 't pontgat, waarvandaan de vol gende morgen 21 juni de pont genomen wordt naar '"t schoone Overmaase Land". Met sterke tegenwind varen ze naar De Plaat'2 en rijden dan nog tweeëneenhalf uur tot Herkingen. Dan is het nog maar een halfuurtje varen tot Bruinisse waar vandaan een rijtuig hen naar het Verste Sas'3 brengt, "daar wij van 't rijtuig gongen, om na Zomerlust te wandelen, alwaar wij de onse 't genoegen hadden om half agt uur na een absen tie van vier weeken en twee dagen, in goede wel stand te omhelsen en onse reis te besluiten". Eerdere reis In 1736 - dus ruim zestig jaar eerder dan het echtpaar De Kanter - ging een gezelschap Middelburgers op reis, onder leiding van domi nee Jacobus Willemsen."1 Deze personen volgden tot Aken ongeveer dezelfde route als de De Kanters. Willemsen en zijn vrienden gingen voor hun gezondheid en verbleven hoofdzakelijk in Spa en enige tijd in Aken, de twee bekende plaatsen met geneeskrachtige bronnen. De beschrijving van de uitwerking van het genezen de bronwater en hun godsdienstige belevingswe reld beslaan een groot deel van het dagboek uit 1736. In het reisverslag uit 1798 komt het geneeskrach tige water veel minder uit de verf; het gezelschap van De Kanter maakt meer een zakenreis met daaraan gekoppeld een vakantietripje. Bovendien hecht het kennelijk minder waarde aan de religi euze opvattingen dan het groepje rond dominee Willemsen. Wat echter in 1798 over de beziens waardigheden in Spa en Aken wordt verteld, wijkt niet zo veel af van de verhalen uit 1736. Natuurlijk zijn er verschillen. Zo brengt het gezel schap van dominee Willemsen vrijwel dagelijks een bezoek aan de tuin van het kapucijnenkloos ter, waar ze genieten van het wandelen, de fon- i ^gpp1 m .h De tuin van het klooster van de orde van de minderbroeders-kapucijnen te Spa, waarvoor het gezel schap geen belangstelling toont (kopergravure eerste helft achttiende eeuw) 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2003 | | pagina 11