JAARVERSLAG VAN DE COMMISSIE JAARBOEK Schiedam, waar hij de molen De Palmboom gekocht had. De molen werd in 1899 verkocht, waarna hij zich als aardappelhandelaar te Rotterdam vestigde. Zijn oudste zoon Willem was later molenaar in loondienst op De Windlust te Wassenaar. Zoon Johannis Dijkman (1845-1929), gehuwd met respectievelijk Willemina Jacoba van Hoeve en Boudina Onderdijk, was molenaar op de in 1953 verwoeste molen te Sirjansland. Hij vestig de zich in 1888 op de molen te Stavenisse en keerde in 1898 terug naar Sirjansland. Zijn drie zoons werden schipper. Willem Dijkman (1854-1932), gehuwd met de Elkerzeese boerendochter Willemina Louwrina de Vrieze, was vanaf 1877 molenaar op de molen 't Hert te Eikerzee. Hij werd als molenaar opge volgd door zijn ongehuwde zoons Willem Jan (1878-1963), Jan Christoffel Hendrik (1886- 1971). Zijn zoon Hendrik Dijkman (1888-1972), gehuwd met Cornelia Bouman uit Nieuwerkerk, was molenaar te Wissenkerke. Zijn zoon Marinus Dijkman (1880-1965) was aanvankelijk molenaar te Eikerzee, maar kocht in 1921 de in 1847 gebouwde en nog altijd bestaande molen De Graanhalm te Haamstede. Als molenaar op De Graanhalm werd hij opgevolgd door zoon Willem Daniël (1902-1985), gehuwd met Neeltje Vis, die tot 1973 eigenaar was. Marinus had nog twee andere zonen die molenaar waren: Daniël Cornelis (1902-1984), die enige tijd te Wissenkerke molenaar was, en Leendert Jan (1904-1984), tot 1946 molenaar te Nieuwerkerk. De jongste zoon van Willem Dijkman en Lena Bouman, Marinus Dijkman (1859-1942), ge huwd met Dina Cornelia van de Velde, volgde zijn vader op als molenaar te Nieuwerkerk. Marinus werd op zijn beurt in 1918 weer opge volgd door zijn zoon Johannis Dijkman (1889- 1977), gehuwd met Pieternella Matthijsse. Vanaf 1932 tot 1946 was zijn achterneef Leendert Jan Dijkman (1904-1984), afkomstig uit Haamstede, molenaar te Nieuwerkerk was geweest. In 1946 werd de Nieuwerkerkse molen overgenomen door Adriaan Geuze, afkomstig van het eiland Tholen. Toen later de molen van Haamstede door de familie Landegent werd overgenomen, was alleen de Elkerzeese molen 't Hert nog in bezit van de familie Dijkman. Aan een lange tra ditie kwam een einde, hetgeen alles te maken heeft met het feit dat het een vrijwel onmogelij ke opgave is het molenaarsbedrijf in deze tijd rendabel te kunnen uitoefenen. André Flikweert Leden van de Commissie Jaarboek waren in 2002: F. C. G. E. Greijn/D. van der Wekken (voor zitter), H. Uil (secretaris), R. deJongh (penning meester), W. Hack, R. C. van Leeuwen, J. van Loo en L. Mol - Sipman. In 2002 verscheen de 27ste jaargang van de Kroniek van het Land van de Zeemeermin (Schouwen-Duiveland)Opnieuw kon dankzij de medewerking van diverse auteurs een gevarieerd jaarboek worden samengesteld. De Kroniek opent met een bijdrage van C. M. Cappon en H. van Engen over het stadsrecht van Brouwershaven. Op basis van hun onderzoek concluderen zij dat Brouwershaven in 1403 stadsrechten kreeg. Dat betekent dat de tweede stad van Schouwen-Duiveland dit jaar een jubi leum heeft. Dr. A. P. van Vliet schreef over het Sint Pieters- of Vissersgilde, de oudste beroepsvereniging van Zierikzeese vissers. De Zierikzeese medicus en dichter dr. Jan Macquet (1731-1798) staat centraal in het artikel van dr. C. M. van Hoorn. G. W. Sarink publiceerde de resultaten van zijn onderzoek naar Andries Schraver (1754-1827). Hij was waterbouwkundige en de eerste hoofd ingenieur bij Rijkswaterstaat in Zeeland. De Sociëteit 'De Vereeniging' anno 1802 in Zierikzee vierde haar tweehonderdjarig bestaan. Van de hand van drs. J. S. Rienks is een artikel 16

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2003 | | pagina 20