Zedelijke OVJEMJOJEWlCJW&JEZr het schavot werd geleid, dat op de Markt in Middelburg was opgesteld. Voordat hij aan de galg werd gehangen, vond nog een laatste con frontatie met de rechters plaats, die zitting hiel den in een bovenzaal van het stadhuis te Middel burg. Inmiddels was de Markt volgestroomd met publiek, waaronder zelfs vrouwen en meisjes, dat dit gruwelijke tafereel wilden gadeslaan. Op precies twaalf uur werd het vonnis voltrokken. In het in 1817 door een anoniem gebleven schrijver gemaakte boekje Zedelijke overdenkin gen voor, bij en na de teregtstelling van Marinus van Nieuwenhuyzen kunnen we lezen hoe dit ge schiedde: "Hij ziet zijnen kerker geopend, en maakt zich gereed om naar de strafplaats ver voerd te worden, het laatste eeuwige vaarwel den VOOR, BIJ EN Ni D" E TEREGTSTELLING VAN MARINUS van NIEUWENHUYZEN OP DEN 3. FEBRUABIJ IS f 7 - BINNEN MID DELBURG IN ZEELAND MET DÉ IC OORD GESTRAFT, WEGENS DE MISDAAD VAN MOORD, AAN TWEE OUDE LIEDEN CEPLEEGT. Bijfen gcbragt door cenctt MctischtmtUnd. JVie kan zeggen ik hebbe mijn hart gezuiverden ben rein van Zonden SALOMO. Te Af I t) DE L BUR Gy Ter Boekdru kkerij-van J. JVIOENS* Langendclft 3 A pj. 1817. 1 i Titelpagina van het boekje dat verscheen naar aanleiding van de ophanging van een van de twee veroordeelde Van Nieuwenhuyzens in 1817 (foto Zeeuwse Bibliotheek) huisgenoten stamelende toesprekende: omringt van geregtsdienaren nadert hij met eenen stati- gen tred de geregtsplaats, daar gekomen valt hem alras het schrikwekkende hout in het oog waaraan hij sterven zal - ziet reeds de enge dood kist waarin zijn zielloos overschot zal gelegd wor den; en wordt voor de laatste maal voor eene achtbare vergadering gebragt; hoe weinige oogenblikken ademt hij nog de aardsche lucht in, elke polsslag is hem duur toegerekend! - nu is het, dat zijne straks te verliezene ziel met eene hartroerende en allerernstigste bede aan de ontfermende genade van zijnen Hemelschen Rechter wordt aanbevolen, en - met eene eerbie dige houding wacht hij zijn naderend lot; de harde proeve is dan nu nabij, overgeleverd in de handen des scherprechters wordt hij reeds met koorden gebonden, en treedt, van alle zijne aard sche vrienden verlaten, omringt van geregtsdiena ren, op het schavot, ontdoet zelve zich van zijne schoenen, beklimt alzoo den ladder, zegt zijne bijzijnde het laatste vaarwel, beveelt zijn veege ziel aan den Zaligmaker, en - wordt alzoo van den beklommenen ladder afgeworpen, overgaande in de gewesten der eeuwigheid! Een korten tijd daarna wordt zijn zielloos overschot in de door hem nog korts te voren beschouwde enge dood kist gelegt, en alzoo ter grafplaats gevoerd, ten einde eene prooi voor het gewormte te worden." Intussen bleef Pieter halsstarrig volhouden dat hij alleen beschuldigd kon worden van diefstal en dat hij aan de moordpartij niet had deelgenomen. Maar toen Zijne Majesteit hem eind oktober 1817 geen gratie verleende, bekende hij dat hij Geertje doodgeknuppeld had. Voor ons heeft dit de consequentie, dat de in de akte van beschuldiging genoemde feiten, zoals hierboven beschreven, niet helemaal juist zijn en dat ook hij actief betrokken was bij het plegen van beide moorden. Op 10 november 1817 's middags om half één trof hem hetzelfde lot als zijn neef. In genoemde boekwerkje Zedelijke overdenkingen voor, bij en na de teregtstelling van Marinus van Nieuwen huyzen bevindt zich een gedicht over de voltrek king van de straf, waarvan twee strofen zijn: 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2001 | | pagina 10