Bij het vertalen werden hier en daar lange zinnen opgesplitst, ter wille van de leesbaarheid. In die tijd was het voor getrouwde vrouwen gebruikelijk om hun man bij de achternaam te noemen. Zij zullen hem met de voornaam hebben aangespro ken, maar tegenover derden was dat in elk geval ongebruikelijk, vandaar dat Eva Maria haar man "De Brauw" noemt. Vrijwel alle personen in de brief konden worden gedocumenteerd. Voor hun hier ontbrekende biografische gegevens verwij zen wij naar de bijlage. De door Eva Maria geschreven brief laat zich aanvullen door de ruim een halve eeuw later geschreven memoires van mr. Gérard Jean Chrétien Schneither (1795-1877) over de periode september 1812 - september 18142. Schneither werkte in deze jaren als commies-griffier en beëdigd vertaler bij de Rechtbank van Eerste Aanleg in Zierikzee. Alvorens over te gaan tot een vertaalde weergave van het document, eerst iets over de hoofdperso nen. De brief is geschreven door de 30-jarige Eva Maria de Brauw - van Breugel aan haar vader mr. Caspar van Breugel, destijds in Friesland werkzaam als directeur der Directe Belastingen. Haar moeder leefde al twintig jaar niet meer, en in haar plaats zorgde nu Eva Maria's jongere zuster Leen (afgeleid van Helena) voor haar vader en de jongste van de negen kinderen uit het gezin. Eva Maria was echtgenote van mr. Willem Maurits de Brauw, in de Bataafs-Franse Tijd lid van de Zierikzeese raad. Het echtpaar De Brauw bewoonde ten tijde van de brief het huis, tegen woordig bekend als Havenplein 24. Eva Maria en haar man waren direct betrokken bij de gebeurtenissen naar aanleiding van het Franse plan tot gijzeling van de populaire mr. Willem Adriaan de Jonge. Zijn in de brief genoemde zoon Karei Willem (Charles) trouwde kort tevoren met Henriëtte van Breugel, zuster van Eva Maria. Het echtpaar De Brauw - Van Breugel was dus ook door fami liebanden aan het geslacht De Jonge gelieerd. De Jonge was als rechter verbonden aan de Zierikzeese Rechtbank van Eerste Aanleg. Tot in 1795 bekleedde Willem Adriaan in Zierikzee de ambten van schepen en raad. In 1792 was hij er burgemeester. Hij woonde destijds aan de noordzijde van de Meelstraat, hoek Klokstraat. Napoleon en het Nederlandse grondgebied Napoleons strategisch doel was heel Europa onder zijn heerschappij dan wel zijn directe invloed te brengen. In 1807, bij de vrede van Tilsit, had hij dat doel bijna bereikt. Heel Centraal-Europa lag aan zijn voeten. Alleen Engeland vormde nog een obstakel, maar omdat dit land door een te sterke vloot onneembaar was, moest het door een handelsblokkade op de knieën worden gedwongen. Voor heel het vaste land van Europa gold een verbod op de invoer van Engelse handelswaar. Om zijn controle op de naleving van de blokkade door Holland en Zeeland te verscherpen, zette hij zijn broer Lodewijk Napoleon in 1810 als koning af en lijfde hij ons land in bij Frankrijk3. De handelsblokkade en de oorlog met Engeland legden het economisch leven allengs volledig plat, ook in Zeeland. De door Napoleons expansiedrift aan gevuurde oorlogsvoering eiste daarnaast grote financiële offers van de verarmde bevolking, die sinds 1811 ook nog eens werd geconfronteerd met de invoering van de dienstplicht. Intussen was Zeeland op 15 januari 1808 getroffen door een stormvloed, waardoor ook een groot deel van Schouwen-Duiveland onderliep. Door de strategische ligging van het Departe ment van de Monden van de Schelde (dit omvat te het grootste deel van Zeeland) ten opzichte van Antwerpen, de havenstad waarop de Engelsen het bij hun - uiteindelijk mislukte - landingen op Walcheren en Zuid-Beveland in 1809 hadden gemunt, waren de Fransen gedwongen ter plaatse een betrekkelijk sterke legermacht te handhaven. In Zierkzee lag in 1813 hoogstwaarschijnlijk het 4de bataljon van het "3™ Régiment suisse infanterie de ligne Dit onderdeel stond onder bevel van garnizoens commandant brigade-generaal Nicolas Ducos, baron de l'Empire5. Het Zierikzeese garnizoen telde in de eerste helft van 1813 400 militairen, onder wie de "veteranen" en de "gardes cötes" (in de brief als "kustbewaarders" aangeduid). 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2001 | | pagina 6