'SIJSJESLIJMEN VERBODEN'
CONTROLEUR VOGELWET 1 936 OP SCHOUWEN
Ter bescherming van de vogels behorende tot in
Europa in het wild levende vogelsoorten werd de
Vogelwet 1936 aangenomen. De in de Jachtwet
genoemde vogelsoorten vallen buiten de wer
kingssfeer van de wet. Tegen zoeken, rapen en
uithalen van eieren, vangen en houden van
beschermde vogels, moet de nog altijd van
kracht zijnde Vogelwet 1936 bescherming
bieden.
De minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen, die als opvolger van de minister
van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening in
de jaren '50 van de vorige eeuw met de uitvoe
ring van deze wet was belast, had onder zich de
afdeling Oudheidkunde en Natuurbescherming
waartoe behoorde een commies-hoofdcontroleur
Vogelwet 1936.Direct onder deze vielen de in het
land werkzame controleurs Vogelwet 1936. Zij
hielden toezicht op naleving van de wet. In de
jaren '70 van de vorige eeuw kwam de taak van
uitvoering van de Vogelwet terecht bij de afde
ling Natuur en Landschap van het Ministerie van
Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. De
ministers van OKW en CRM verlangden van hun
controleurs, dat zij niet te snel overgingen tot
verbalisering. Zij moesten vooral opvoedkundig
tewerkgaan.
Om de controleur op de hoogte te stellen van
nieuwe "besluiten, beschikkingen en mededelin
gen" ontving deze het 'vakblad'. Hij kon hierin
zijn ervaringen kwijt, als deze van enige waarde
voor de mede-controleurs werden gevonden. Zo
schrijft een controleur in 1946 in het eerste blad,
dat in winkels soms dameshoeden worden
getoond met geprepareerde veren van het vis-
diefje (meeuwensoort) of van andere beschermde
vogels. Een andere controleur schrijft datzelfde
jaar dat in Limburg een premie wordt verstrekt
voor het afschieten van de sperwer, die volgens
duivenhouders schade toebrengt aan de 'duiven-
populatie'. Hij acht het een bijkomend probleem
dat "the man in the street" alle roofvogels voor
sperwers aanziet en daardoor dikwijls een andere
roofvogel afschiet.
Over de ervaringen van twee controleurs Vogel
wet 1936 op Schouwen-Duiveland lezen we in
de processen-verbaal uit de jaren '50 van de
twintigste eeuw, bewaard gebleven bij het
archief van de Natuur- en Vogelwacht Schouwen-
Duiveland. Beide personen waren oprichters en
bestuursleden van de Vogelwacht Schouwen-
Duiveland, zoals vermelde vereniging vóór de
naamswijziging in 1974 nog heette.
Controleur Nicolaas Henri Lysen maakte in het
voorjaar van 1950 een proces-verbaal op, in de
buurt van het zogenaamde Berenpad in de
Domaniale Duinen. Daar bevond zich een jongen,
die hij had betrapt bij het zoeken naar eieren van
zilvermeeuwen. "Ik zoek eieren van zilvermeeu
wen om ze weg te geven en zelf te eten", ver
klaarde de tienjarige uit Haamstede afkomstige
'wetsovertreder'. Hij had één meeuwenei bij zich.
Bij de oorspronkelijke bevolking van Schouwen-
Duiveland kwamen meeuweneieren op tafel, en
ook tegenwoordig nog worden ze in onze streek
gegeten.
In de late herfst van 1956 schreef Lysen op
Haamsteeds grondgebied een proces-verbaal.
Hij was een hem onbekende man gevolgd, die op
de bagagedrager van zijn fiets vistuig had gebon
den. Lysen zette de achtervolging in, omdat hij
wist dat men vistuig wel eens gebruikte om
vogels te vangen. Aangekomen via de Moolweg
bij de Tempelput in de Zeepeduinen, kon hij de
verdachte aanhouden. De man bleek afkomstig
te zijn uit Noord-Brabant en in zijn "bruinlederen
actetas" twee levende distelvinken (puttertjes),
een sijsje in een zakje en 342 lijmstokjes te
verbergen. De aangehoudene verklaarde dat
gevangen vogeltjes niet voor de handel waren
bestemd. Nee, hij gebruikte ze om met kanaries
te kruisen Door steeds met "iets anders" op
de markt te komen en hiermee prijzen te winnen,
zo liet hij de controleur weten, had hij in zijn
woonplaats naam gemaakt. Verhandeling van
Europese in het wild gevangen vogels vond ille
gaal plaats op de Belgische vogeltjesmarkten van
onder meer Brussel, Gent en Antwerpen. Sijsjes,
distelvinken en goudvinken zijn vogelsoorten die
16