VOORMALIGE BOERDERIJ SCHUITKAAI
TE BROUWERSHAVEN
Op 19 februari 1792 kocht Willem Gast van
Daniël Hocke, schout en secretaris der heerlijk
heid Bloois, de hofstede genaamd Schuitkaai,
"gelegen aan het Schuitkaay, belend noord
Constand Rooy, zuid het genoemde Schuitkaay,
oost het nauwe Nieuwpoort en west stadswal"
te Brouwershaven. De boerderij bestond toen al
zo'n 200 jaar, want sinds het einde van de
zestiende eeuw wordt de boerderij al vermeld in
de archieven. Dit betekent dus dat de boerderij
nu zeker vier eeuwen jaar oud is.
Genoemde Willem Gast trouwde in 1786
te Eikerzee met Kommertje Haane. Samen
verhuisden zij in 1788 vanuit Eikerzee naar
Brouwershaven, waar zij zich in 1792 op
Schuitkaai vestigden. Het door hen meege
brachte meubelstuk - dat indertijd een huwelijks
geschenk is geweest - is nu nog in het huis
aanwezig. Het betreft een hoekkastje met in
houtsnijwerk de initialen van bruid en bruide
gom. Naast het landbouwerschap had Willem
Gast nog tal van ambten. Hij was overdeken van
het schoen- en gareelmakersgilde, hoofdingeland
van het Waterschap Schouwen, lid van de recht
bank, lid van het gemeentebestuur en van 1819-
1837 burgemeester van Brouwershaven.
Na overlijden van Willem Gast is de boerderij,
tot op de dag van vandaag (dus al ruim twee
eeuwen), steeds van vader op zoon overgeërfd.
Nadat het woonhuis sinds de watersnoodramp
1953 tientallen jaren heeft leeggestaan en in
gebruik was als opslagruimte voor onder andere
aardappelen en caravans wordt het nu, na
restauratie, weer bewoond door de jongste
generatie van de familie. Deze heeft niet meer
gekozen voor het boerenbedrijf, maar wel
voor het in stand houden van deze unieke
stadsboerderij.
Het woonhuis van de boerderij staat tegen de
oostkant van de schuur aan. Deze schuur is
opgetrokken in baksteen met een houten, deels
met riet onderschoten kapconstructie en bedekt
met Oudhollandse dakpannen. De schuur is
met muurankers gedateerd op 1885. Uit de con
structie valt af te leiden, dat in dat jaar de toen
uit hout bestaande schuur werd vergroot en
gemoderniseerd. De schuur heeft twee zijbeuken
die bestaan uit stallen en een middenstuk dat
diende als werk- en opslagplaats. Al het vee van
de boerderij had onderdak in deze schuur. Het is
een zogenaamde doorrijschuur, zowel aan de
voor- als achterkant zijn mendeuren zodat met
paard en wagen door de schuur heen kon wor
den gereden. In dit type met doorrijrichting in de
lengte, wijkt de schuur sterk af van het in
Zeeland gebruikelijke type. Er is er nog een
wagenhuis, een kapschuur en een keet van
baksteen die werd gebruikt als ruimte om onder
meer de melk te karnen.
Het koetshuis, dat naast het woonhuis stond,
ging helaas verloren bij de watersnoodramp.
Het huis is in de loop van de tijd diverse
keren verbouwd c.q. vergroot. Het oudste deel,
het middenstuk, zou het oudste huis van
Brouwershaven kunnen zijn. Het stamt uit de
vroegste tijd van de boerderij. Aan de binnenkant
van de oostgevel is nog een 'weggemetselde'
trapgevel te zien. Daaruit kan worden afgeleid
dat dit oorspronkelijk de voorkant van het huis
was. De voor- en achterkant werden later
uitgebouwd, het laatst in 1899 toen het huis
zijn huidige aanzicht kreeg.
In 1993, toen wij begonnen met het weer
bewoonbaar maken van het huis (dat inmiddels
na veertig jaar leegstand zeer had geleden),
waren bijna alle binnenmuren verwijderd.
Er was nog geen riolering. Toen de eerste
plannen werden gemaakt, lag de tuin vol met
betonnen platen en binnen stonden caravans.
Er is veel voor nodig geweest om deze plannen te
realiseren. Ook aan de schuur is inmiddels veel
werk verricht om alles weer zoveel mogelijk in de
oude staat terug te brengen. Het blijft een hele
zorg om alles goed te onderhouden, maar het is
zeker de moeite waard en een fantastische plek
om te wonen.
Hier ligt op elke hoek een verhaal, soms heel
4