'ONDERGANG VAN EEN
HOFSTEDE'
Het is trouwens een groot wonder dat het huis is
blijven staan: de hooizolder van de boerderij
Zeelandia van de familie Visser heeft de woning
op een haar na gemist, maar wel de teloorgang
van de gereformeerde kerk aan de overkant ver
oorzaakt. En verder zijn alle verderop in de
Ooststraat gelegen arbeiderswoningen door het
water verzwolgen.
Op een van de bekendste overzichtsfoto's van
Nieuwerkerk in de ramptijd, zijn aan de uiterste
westrand van het dorp twee gebouwen duidelijk
te herkennen: de molen en ons huis. Foto's van
vóór de ramp heb ik nooit te pakken kunnen krij
gen: alles is met de ramp verloren gegaan.
Wij bewoonden dus een zeer 'zouthoudend'
huis! De tegeltjes in de gang leverden wekelijks
wel een naar zout smakend vingertje op. Heel het
onderhoud van het huis, zowel binnen als buiten
- alleen het schilderen beneden van acht raam-
stellen met houten rolluiken kostte al de nodige
tijd - heeft ons steeds bezig gehouden. De eens
geheel open tuin - bijna helemaal voor het huis
gelegen, dus bestaande uit gazon en opzij
borders - is in onze jaren steeds verder besloten
geraakt.
BOERDERIJ DE ABEELEN IN VIANE
Ongeveer anderhalve kilometer ten oosten van de
buurschap Viane lag, onderaan de zeedijk,
de boerderij De Abeelen. Deze was vermoedelijk
vernoemd naar Hendrick Willemsz. van den
Abeele, een van de personen aan wie in 1353 de
Polder Oosterland ter bedijking werd uitgegeven.
Samen met zijn echtgenote Heilwich van
Weldamme stichtte hij het slot Oostersteyn, dat
op de gronden van de hofstede heeft gelegen.
Het woonhuis van De Abeelen werd in opdracht
van de toenmalige eigenares, de familie
Schneiders van Greyffenswerth, in 1908
gebouwd en de grote landbouwschuur in 1909.
De eerste bewoners-pachters waren vader
Cornelis en daarna Jacobus van As.
Met heel veel plezier hebben wij daar tot 1994
gewoond. Toen zijn we verhuisd naar de
Rijksweg, op de plek van het "afgebrande 'uus",
dat trouwens ook een huis met een interessante
geschiedenis is.
Waarom werd deze bijdrage nu juist door mij
geschreven? Vele anderen op ons voormalige
eiland hadden het waarschijnlijk wel kunnen
schrijven. Eigenlijk komt dat door een toevallige
ontmoeting. In 1994 bezocht ik de tentoonstel
ling in het kader van de rampherdenking op
NeeltjeJans. Daar kwam ik veel bekende
gegevens tegen: in de loop der jaren verzamel je
als geïnteresseerde bewoner van onze mooie
streek zo de nodige kennis.
Tot ik op een gegeven moment voor een paneel
stond, en daar een grote foto zag van een huis in
een zeer desolate toestand. Je zou er tranen van
in je ogen krijgen! U begrijpt het: ik werd met de
'unieke rampfoto' van 'ons huis' geconfronteerd.
Ik kan u verzekeren dat het een verbijsterende
ervaring was!
Hans Erbrink
Laatstgenoemde vertrok met zijn gezin in 1937
naar de als boerenhofstede in gebruik zijnde
vroegere buitenplaats Roosegaart in
Noordgouwe. In 1936 kwam de boerderij in
handen van de Oosterlandse ambachtsheer
Frans A. L. C. baron Schimmelpenninck van der
Oye, die deze verpachtte aan Krijn A. van
Langeraad. Laatstgenoemde bleef hierop wonen
totdat in 1951 de baron de exploitatie ervan in
eigen handen nam. Tijdens de herverkaveling na
de watersnoodramp 1953 kwamen de gronden
in het bezit van J. Kwaak. De oorspronkelijke
gebouwen bestonden toen niet meer en Kwaak
liet op dezelfde plaats een huis en schuur
bouwen. Later zette de schoonzoon van Kwaak,
W. P. Stouten, het bedrijf voort.
21