locatie was gevonden, zou het makkelijk kunnen
zijn om te kijken of het kunstwerk nog in de
bijbehorende tuin stond. Je weet tenslotte
maar nooit.
In de gemeente waar ik werkzaam ben, is het
echter nou juist niet eenvoudig om op te zoeken
waar iemand in de periode vóór september 1944
(Slag om Arnhem) woonde. Want in het laatste
oorlogsjaar (waarschijnlijk in het begin van 1945,
toen de lokale bevolking was geëvacueerd)
werd het Renkumse gemeentehuis (staande op
het landgoed Bato'swijk te Oosterbeek) door
geallieerde artillerie vanuit de Betuwe in brand
geschoten. Het gebouw ging geheel in vlammen
op, en de complete inventaris verbrandde letter
lijk. Alle papieren die toen in het raadhuis aan
wezig waren, gingen verloren, en het toenmalige
bevolkingsregister is dus thans niet meer
beschikbaar.
Via indirecte bronnen is het soms toch mogelijk
om te achterhalen waar mensen in onze
gemeente hebben gewoond. Daarbij is het
allereerst van belang te weten in welk dorp ze
woonachtig waren. Renkum bestond in de tijd
van de (oud-)notaris uit de dorpen Doorwerth/
Heveadorp, Heelsum, Oosterbeek, Renkum en
Wolfheze. Het feit dat Korteweg volgens de
gegevens van Sander den Haan in 1929 naar
Renkum verhuisde, wil bepaald niet zeggen dat
hij een inwoner van het gelijknamig dorp werd.
Veel vaker duidt zo'n soort vermelding erop dat
men in het bevolkingsregister van de gemeente
Renkum werd ingeschreven.
Stilletjes hoopte ik dat Korteweg niet in het
genoemde dorp was gaan wonen, want dat
maakte het nog weer moeilijker om hem c.q.
zijn adres terug te vinden. Het is namelijk zo dat
slechts van Oosterbeek de meeste historische
bronnen beschikbaar zijn. En dan denk ik in de
eerste plaats aan adresboeken. Omdat het laatst-
vermelde dorp pal ten westen van Arnhem ligt,
had men in de Gelderse hoofdstad blijkbaar al in
1857 bedacht dat het wenselijk zou zijn om
Oosterbeek een plaatsje te geven in het jaarlijks
verschijnende adresboek van Arnhem en omstre
ken. Of men toen ook al aan een mogelijke
annexatie dacht (net als in de afgelopen paar
jaar regelmatig het geval is geweest) is mij
overigens niet bekend.
Hoe dan ook, de bewuste Naamlijst der
Ingezetenen van Oosterbeek vermeldde gelukkig,
in 1930 voor het eerst "J. S. L. Korteweg, oud
notaris, Van Lennepweg 13". Dat adres was een
mooi aanknopingspunt voor nader onderzoek.
Ik moest daar wel mee verder, want de naam
Korteweg verdween in 1939 uit de Oosterbeekse
annalen. Waarheen men (blijkbaar) verhuisde,
kon ik niet 1-2-3 achterhalen.
Addertjes blijven echter onder het gras zitten.
Immers, wat in 1930 Van Lennepweg 13 was,
hoefde anno 1999 natuurlijk niet hetzelfde te
zijn. De weg kan een andere naam hebben
gekregen, het huisnummer is mogelijk gewijzigd,
en, als andere uiterste, het pand bestaat wellicht
helemaal niet meer. Oorlogsgeweld kan in dezen
ook weer een belangrijke rol hebben gespeeld.
Wat Korteweg en het, door hem gebouwde, huis
betreft, kwam ik in dit geval goed weg. Een blik
op de desbetreffende kadastrale en huisnummer-
kaarten uit diverse perioden, leerde me dat het
perceel nog in volle glorie aanwezig was. De
villa, met de poëtische naam De Kluit, had de
Tweede Wereldoorlog overleefd, maar de gren
zen van het bijbehorende stuk grond waren wel
gewijzigd. Dat wil zeggen, het noordelijke deel
van de tuin was afgesplitst en gepromoveerd tot
bouwkavel. Thans staat ook daar een grote vrij
staande woning, met als adres Utrechtseweg 250.
Zuidgevel van de in 7 929 in Oosterbeek voor
oud-notaris Korteweg gebouwde villa De Kluit.
In de tuin van dit huis stond het tuinbeeld
(uit: 'Het Landhuis' van 72 juli 1933;
foto Gemeentearchief Renkum).
13