Ik weet nog dat een wethouder zei: 'Hoe kan dat nou, een marineofficier die burgemeester wordt'. Maar na een paar dagen was het ijs gelukkig al gebroken." De Meester kenschetst zijn tijd in Westkapelle (1959-1966) als een hele aparte en plezierige. "Het dorp was net hersteld van het hevige oor logsbombardement. Ik heb daar het toerisme mee tot bloei kunnen helpen brengen. "Na Westkapelle volgde een burgemeesterspost in het Twentse Markelo, waarna hij in 1971 weer in Zeeland terugkeerde. De Meester was gevraagd om burgemeester van de gemeente Zierikzee te worden. Dat lag aanvankelijk alle maal wat moeilijk, omdat hij een VVD-man was en niet zoals eigenlijk gewenst, lid van de toen malige CHU. Maar hij werd toch benoemd, en zou aanblijven tot eind 1986. "Uit Zierikzee wilde ik gewoon niet meer weg. Daar lag mijn ziel en zaligheid. Gedurende mijn ambtstermijn heb ik me veel beziggehouden met monumentenzorg. Een hobby van me, dus wat wil je nog meer. Toen ik in Zierikzee kwam, ver keerden veel panden in een slechte staat. Het was immers een vrij arme gemeente geweest. Rond 1975 was er sprake van grote subsidies van rijkswege. Particulieren kregen zelfs zeventig procent en wij als gemeente vaak nog meer. In die tijd is er dan ook heel veel aangepakt. Omdat monumentenzorg een van mijn eigen portefeuilles was, heb ik er veel aan kunnen doen." Onder De Meesters leiding werden onder meer het stadhuis, het 's Gravensteen, de Gasthuis- kerk, Nobelpoort, Noordhavenpoort, Vismarkt en de huizen in een aantal straten uitkomend op de Nieuwe Haven, grondig gerestaureerd. Ook particulieren staken elkaar in die tijd aan. De een ging zijn woning aanpakken, de ander bleef niet achter. Verder wist de voormalige burgemeester de sloop van een viertal panden aan het Havenplein tegen te houden. De ABN/AMRO wilde die vier slopen om ruimte te maken voor een nieuw gebouw. De Meester vond dat een slecht plan. Hij hield voet bij stuk: de monumentale gevels moesten blijven staan. En zo is het ook gegaan. Naast monumentenzorg, zette de oud-burge meester zich als voorzitter van het bestuur van het Zierikzeese Zweedse Rode Kruis Ziekenhuis in voor het behoud van deze voorziening voor Schouwen-Duiveland. Want ook toen al, we spreken over de jaren zeventig, vond het betreffende ministerie dat alles naar Goes moest. "Met hulp uit Den Haag en van het Rode Kruis zelf, hebben we dat toen tegen kunnen houden. Helaas lukt dat nu niet", aldus een wat dit onderwerp betreft teleurgestelde De Meester. Na zijn pensionering in 1986 ging de oud burgemeester, dit keer samen met zijn echtgeno te, terug naar zee. Met een zeilboot dit keer om twee jaar lang grote reizen te maken. In 1989 ging het echtpaar in Veere wonen. Waarom niet in zijn geliefde Zierikzee? De Meester: "Noem het maar een ongeschreven regel datje niet in de plaats blijft wonen waar je lang burgemeester bent geweest. Een ongeschreven regel die moet ik zeggen, helaas steeds vaker niet wordt nageleefd." Voortbordurend op een van zijn vele vroegere nevenfuncties bestuurslid van de Vereniging Dorp, Stad en Lande van Zuid-Holland en Zeeland, is hij afgelopen najaar tot het bestuur van de Vereniging Stad en Lande van Schouwen- Duiveland toegetreden. Als kersvers bestuurslid hoopt De Meester zich wederom toe te leggen op zijn passie: architectuur en monumentenzorg in het bijzonder. Carolien de Vrieze 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 2000 | | pagina 12