DE ZONDAGSE SCHOUWSE MUTS
In de zeventiende eeuw was Enkhuizen een zeer
belangrijke vissers- en handelshaven, waar de
Verenigde Oostindische Compagnie en de
Westindische Compagnie een kamer hadden. In
het oude Peperhuis van de V. O. C. is tegenwoor
dig het binnenmuseum van het Zuiderzee
museum gevestigd. Dit bevat fraaie scheepsmo
dellen en vissersschepen, zoals die vroeger op de
Zuiderzee voeren, naast enkele stijlkamers en
vissersgereedschap.
Vele fraaie pakhuizen, het stadhuis en de
Dromedaris (een stadspoort ter bescherming van
de haven) en versierde gevels herinneren nog
aan de bloeiperiode uit de zeventiende eeuw. In
de achttiende eeuw ging de stad economisch
sterk achteruit.
Tijdens de vrije lunchpauze van 2 uur heeft u
waarschijnlijk nog wel even tijd om van de grote
historische schoonheid van Enkhuizen te genie
ten.
's Middags gaan wij een bezoek brengen aan het
leven in de stadjes en dorpjes aan de Zuiderzee,
zoals zich dat rond de eeuwwisseling afspeelde.
De Zuiderzee werd in 1932 afgesloten met de
Afsluitdijk. Veel vissers, mandenmakers, zeilma
kerijen en scheepswerven verloren in snel tempo
hun bestaansgrond. In de jaren '70 verrees het
Zuiderzeemuseum, met diverse buurtjes uit de
steden en dorpen rondom de Zuiderzee.
Ook allerlei oude ambachten konden hier herle
ven. De huizen en werkplaatsen werden op hun
originele plaats zorgvuldig opgemeten, ontdaan
van allerlei 'nieuwerwetsigheden' en overge
bracht naar het Zuiderzeemuseum. Soms werden
gevels in zijn geheel 'ingepakt' en in kratten over
gebracht en op de goede plaats samengevoegd.
Het Openluchtmuseum omvat een unieke collec
tie: een palingrokerij uit Monnikendam, een
scheepshelling en werf uit Marken, een dijkma-
gazijn uit Andijk, aasboet uit Moddergat, enz.
In 1983 werd het museum geopend.
Op de terugweg rijden we over de
Markerwaarddijk van de nooit gerealiseerde
Markerwaard. We komen uit in het nieuwe land
in de voormalige Zuiderzee. Bij Lelystad is een
V.O.C.-schip nagebouwd, 'de Batavia'. We
maken bij de scheepswerf, waar op originele
zeventiende eeuwse wijze houten zeilschepen
worden gebouwd, even een korte stop om wat
foto's te kunnen nemen.
In het oude plaatsje Montfoort, gesticht door de
bisschoppen van Utrecht, in de Lopikerwaard,
gebruiken we het diner tot besluit van deze
excursie met veel historie.
We hopen u allen op zaterdag 6 september te
mogen begroeten!
Namens de excursiecommissie,
drs. P F. Vleugel
STREEKDRACHT DE ARKE
In Vlaanderen gaat het verhaal, dat een meisje
op bezoek ging bij haar verloofde in een naburig
dorp. Onderweg kwam ze door een bos en werd
getroffen door de schoonheid van een berijpt
spinneweb. Ze ving het web in haar zwarte
schort en aangekomen in het dorp wilde zij het
namaken. De draden zaten verward en ze kon
het begin en het eind niet vinden. Daarop sneed
haar verloofde twee gladde houten stokjes uit
palmhout, waarop zij de draden kon winden. En
zo, wil het verhaal, ontstond het kantklossen en
was het meisje de eerste kantwerkster.
De meeste meisjes begonnen al vanaf de eerste
communie het kantwerk te leren. Sommigen bij
moeder thuis, anderen op de spellewerkschool,
waar een meisje ook de noodzakelijke gebeden
en het abc leerde.
Brugge was het centrum van de kloskant, waar
van er vele soorten waren. Het kant was een
product van de huisnijverheid in de volksbuurten
van alle Vlaamse steden en het klossen gebeurde
zo mogelijk buiten bij daglicht.
De kantbazen zorgden voor de materialen en de
patronen. Was de kant klaar, dan werd het inge
leverd bij de kantbaas. Geld ontvingen de vrou
wen bijna nooit. De verdiensten werden door de
3