's-Gravenhage hem te weinig tijd liet. Het
bestuur droeg de heer J. van Loo, ook een lid
van de Commissie Jaarboek, voor als bestuurs-
kandidaat. Daar er geen andere kandidaten
waren, werd de heer Van Loo gekozen.
De voorzitter ging daarna nog kort even in op
de perikelen rondom de volwassen dochter van
de Vereniging Stad en Lande die haar huis uit
gezet wordt: Het Landbouwmuseum in
Dreischor. Met financiële steun van de ge
meente Brouwershaven wordt boerderij Goe-
manszorg in Dreischor aangekocht als nieuwe
behuizing voor het Landbouwmuseum.
Deze boerderij wordt in een aparte stichting,
Goemanszorgbeheer, ondergebracht. De partici
panten zijn: de gemeente Brouwershaven, met
burgemeester Labruyère als vertegenwoordiger,
het Landbouwmuseum met de heer Romeijn
(ook bestuurslid van Stad en Lande) en de
Vereniging Stad en Lande van Schouwen -
Duiveland, die door voorzitter Doeleman verte
genwoordigd wordt. Het bestuur van Stad en
Lande neemt, evenals het Landbouwmuseum,
voor 4000,- in deze stichting deel.
De voorzitter hoopte, dat het museum in goede
samenwerking met de andere musea in de regio
uit mocht groeien tot een echt streekmuseum.
Bij de rondvraag vroeg Dr.A.de Vin hoe het ge
steld was met de zorg rond het vakwerkhuis in
"t Vrijpoortje. Hij constateerde dat de verloede
ring er in ernstige mate toe slaat. De voorzitter
antwoordde, dat dit nog hetzelfde probleem was
als een halfjaar geleden, omdat de stukken bij
de Raad van State liggen.
Daarna was het pauze, waarbij de koffie aange
boden werd door de gemeente Zierikzee.
Na de pauze kregen we een klederdrachten -
show van de Streekdrachtenvereniging
"De Arke", welke door mevrouw T. van der Bijl
- Pannekoek gepresenteerd werd. De voorzitster,
mevrouw Wessels vertelde, dat De Arke als
doel heeft een stukje cultuur te beschermen en
te laten zien hoe de drachten echt waren.
Mevrouw Van der Bijl gaf eerst een beeld van
het Schouwen-Duivelandse land door de eeuwen
heen: boerderijen, stolpen in een wijds, open
landschap, 's Winters waren het veilige eilanden
in een woest en moerassig gebied. In de stolpe
voelden de mensen zich net zoals in de Ark van
Noach. toen het water hen omringde. De kleder
drachten - show was opgezet als een reis over
de eilanden in vroeger tijd. De reis begon op
Flakkee, waarbij mevrouw Mol in kleurige,
groene Flakkeese dracht met grote tule muts
toonde. Dergelijke grote mutsen van kant wer
den op een deel van de Zuidhollandse eilanden,
maar ook op Schouwen-Duiveland en Tholen
gedragen. Indertijd is mevrouw Mol in dit kos
tuum in het stadhuis van Zierikzee getrouwd.
Via de middelharnisse rouwdracht die mevrouw
Wessels droeg, ging de tocht over de Hoek van
Sint Jacob naar Duiveland. De dracht van me
vrouw Dijkstra lijkt op Flakkeese, maar de muts
is wat kleiner en heeft een speciaal "muizegat"
voor het haar van achteren (specifiek voor de
Duivelandse muts). In Nieuwerkerk ontmoetten
we mevrouw
Heijboer in paarse dracht met een prachtige
muts. De dracht was in de vorige eeuw veel
kleuriger, dan in deze eeuw. Aan het eind van
de negentiende eeuw werd lang rouw gedragen,
zodat de kleding steeds zwarter werd en men op
den duur niet meer wist hoe fleurig de dracht
was. Bij Viane komen we mevrouw Verduijn
den Boer-Gorzeman tegen, die in daagse dracht
met een bont geruit schort in het hof aan het
werk was en een emmer appels draagt.
De kanten muts met bellen en grote krullen
wordt door de week niet gedragen, maar een
witte gehaakte muts. De reis ging verder, naar
de stad. door de Duivelandse Poort kwamen we
in Zierikzee, waar we mevrouw Kristelijn hele
maal in het deftige zwart tegen komen met een
hele dikke kanten muts: een rijke boerin, je kunt
het aan de dikte van de gouden krullen zien en
ook aan het vierrijige snoer bloedkoralen of die
ziiverengesp op haar schorteband. Mevrouw
Doeleman droeg een fleurige groene japon van
rond 1850, met een geheel andere muts waarin
een metalen karkas zit. Ook de sieraden waren
anders, de krullen werden lager gedragen en
met belletjes (parels).
Ook de Zuidbevelandse Roomskatholieke en
Protestantse dracht en de Walcherse dracht kre
gen we te zien. Een pronkstuk van de show was
een boer in Zuidbevelandse dracht van om
streeks 1840 met een korte klepbroek en daar
onder gebreide kniekousen en zilveren gespen
aan zijn broek. Hij had een kort jasje aan. met
459