hij als burgemeester van de gemeente Burgh geïnstalleerd. "Meteen als jong burgemeester werd ik als hoofd van de politie geconfronteerd met twee droevige gevallen van zelfmoord, dat heeft grote indruk op mij gemaakt. Het waren onze kere tijden. Eerst de mobilisatie en toen de oor log. Direct na de oorlogsverklaring heb ik met de heer Dormaar. het hoofd van de Burger bevolking. de geheime mobilisatiestukken in de polder Burgh - Westland verbrand. We moesten toen nog in een droge sloot duiken, omdat er een Duitse jager over vloog. Op 10 mei 1940 heb ik het huwelijk gesloten van J. Brouwer en N. Steur, de kerkelijke inzegening gebeurde met open deuren, zodat de mensen konden vluchten indien dat nodig was," vertelt de oud-burge meester. "De oorlogsjaren waren zeer moeilijk. We kregen allerhande Duitse organisaties in de gemeente, tot zelfs Duitse douane aan toe, omdat we dicht bij Engeland zaten. Van 1940 tot 1943 waren er 80 bombardementen. In de polder Burgh -Westland was er een lichtfoute gemaakt voor Duitse vliegtuigen. In Renesse lag er een namaak vliegveld met houten jagers als afschrikmiddel." Een beetje smalend: Ie dereen wist dat." In 1943 wordt jonkheer Van Citters met acht andere burgemeesters op het departement van Binnenlandse Zaken ontboden door minister Frederiks. De burgemeester wordt ontslagen, door de Duitsers. De familie Van Citters ver huist naar het familiebezit "Heesterlust" in Schuddebeurs. Het landhuis "Schouwenburgh" in Burgh wordt aan Mr. Van den Berghe uit Haamstede verhuurd. De ex-burgemeester werkt in het bos van "Heesterlust". De heer Van Citters: "In april '43 werd ik opge roepen om op het arbeidsbureau in Zierikzee te verschijnen. In het bijzijn van een Duitse gevol machtigde werd mij door het toenmalig hoofd van het bureau werk aangeboden als chauffeur om hoge Duitse personages rond te rijden. Ik zei dat ik bedankte voor die functie, het hoofd zei dat ik dat niet kon weigeren, ik zei hem dat hij mij dit aanbod niet mocht doen aangezien ik nog steeds burgemeester van Burgh was en slechts door Hare Majesteit de Koningin ontsla gen had kunnen worden." Na allerlei onderhandelingen werd jonkheer Van Citters opgedragen deel te nemen aan de Arbeidsdienst in Duitsland. Daarover: "Ik had als voorwaarde gesteld, dat als ik zou gaan, ik zwart op wit zou krijgen dat de chauffeur en huisknecht van mijn moeder, de tuinbaas en knecht niet zouden worden opgeroe pen voor de arbeidsdienst. Dat verzoek werd in gewilligd en eind april vertrok ik naar Ühlingen waar ik te werk werd gesteld op een biologisch dynamisch landbouwbedrijf. De boerin was een kleinkind van de familie Schuurbeque Boeye van Mon Plaisir uit Schuddebeurs. Zij was met een Duitse boer getrouwd. Eerst heb ik onder zocht of ze nazi waren, dat was gelukkig niet zo." De heer Van Citters moest zich op het arbeids bureau in Waldshut melden. Hij kreeg de op dracht voor de 12 koeien en 2 paarden te zorgen op de boerderij en wel zo dat er in mei 1944 nog voldoende hooivoorraad zou zijn. Stiekem voer de hij stro bij en de beesten aten het. Na enige tijd kwamen nazi landbouwdeskundigen contro leren en prezen het beleid. De boer werd daar door vrijgesteld van dienst aan het Oostfront. Het contact met thuis verliep goed. Elke week werden er over en weer brieven geschreven. Jonkheer van Citters had kennis gemaakt met Polen, die vluchtplannen hadden. Op een stra lende zondagmorgen gingen ze 'stok over blok' in de richting van de grens, naar Stühlingen. Onderweg groeide de groep aan tot 20 man. "Wat mij nu achteraf nog verbaast is dat een jongen van achttien jaar oud de leiding van deze onderneming op zich nam en hij deed dat heel trefzeker." De hele groep kwam veilig de Zwitserse grens over. dankzij een groepje vrouwen dat hen in de goede richting stuurde, anders waren ze met een boog Duitsland weer binnen gelopen. De heer van Citters werd via Schaffhausen naar een vluchtelingenkamp in Hinwil getrans porteerd. Onderweg hoorde hij dat de geallieer den in Frankrijk waren geland. "In het kamp werd ik chef personeel, omdat ik 4 talen sprak. Ik moest er ook feestavonden orga niseren. Dat lukte uitstekend: er was een Franse harmonikaspeler, een Fransman die op zijn han den de trap op en af liep, een Poolse officiers vrouw die uitstekend Chopin vertolkte, een Weense danseres, die met haar costuum op het 463

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1994 | | pagina 11