verhuisden naar Rehoboth, terwijl op kosten van het Groene Kruis er een zoldering in werd gebouwd, voor berging van de verpleegartikelen. Zo was alles geregeld en - naar ik meen - tot ieders tevredenheid. En dat liep op die manier een jaar of zes. Maar in 1929 kreeg ds. Van de Linden een beroep naar de gemeente Sint Michielsgestel. En tot verwondering van menigeen nam hij het aan. Belanghebbenden zullen zich afgevraagd hebben: hoe zal het met Rehoboth gaan nu onze dominee Nieuwerkerk gaat verlaten? Maar ds. Van der Linden had het antwoord al klaar, een verbazing-wekkend antwoord: hij gaf Rehoboth cadeau aan de diaconie van de Hervormde Gemeente! In het notulenboek van de kerkeraad heeft hij eigenhandig een bladzijde vol geschreven over de schenking en de daaraan verbonden bepalingen. Er staat boven: „De zaal Rehoboth", en is gedateerd 16 november 1929. Enkele zakelijke dingen laat ik achterwege, de rest laat ik hier onverkort volgen. Ds. Van der Linden schreef (60 jaar geleden): „Het gebouw is bestemd voor allerlei vergaderingen. Wat men daarin wil toelaten, ligt voor de verantwoordelijkheid van iedere kerkeraad onzer kerk. Alleen behoort de opvatting erover zo ruim mogelijk te zijn. Slechts wat strijdt met goede zeden moet er uit geweerd worden!' „Indien het geval zich voordoet, dat een der andere kerken door brand of andere oorzaken voor het houden der godsdienstoefeningen niet gebruikt kan worden en men vraagt Rehoboth daarvoor tijdelijk te gebruiken, dan behoort dat niet geweigerd te worden!' „Ik heb het aan de Diaconie gegeven opdat het beheer daarover immer aan de kerkeraad zou blijven!' (Bij deze laatste bepaling de aantekening, dat pas sinds 1951 de mogelijkheid bestaat, dat ook kerkvoogden in de kerkeraad worden opgenomen.) Het voormalige Rehoboth was architectonisch een zeer eenvoudig gebouwtje en er was maar heel weinig grond bij, eigenlijk alleen een pad om bij de achterdeur te komen, maar zonder voorbehoud kan gezegd worden, dat het in een behoefte heeft voorzien. Veel Nieuwerkerkers van wat oudere leeftijd zullen goede herinneringen hebben aan het Rehoboth-van-voor-de-ramp, hetzij door zondagsschool of vereniging, hetzij in het persoonlijke door bruiloft of jubileum. Als bijzonderheid kan ik vertellen, dat tijdens de oorlog de distributiedienst er zitting hield en dat we er het „tientje van Lieftinck" moesten halen. En - niet te vergeten - dat vlak na de oorlog, toen van de kerk de ramen nog niet glasdicht waren en het dak nog lekte als een mandje, de Herv. Gemeente er enkele maanden de kerkdiensten heeft gehouden. 1 februari 1953 was het einde, de stormvloed vaagde alles weg. Naar men zegt, was Rehoboth één van de eerste gebouwen in de buurt die instortten. Met het gebouw gingen ook de verpleegartikelen van het Groene Kruis verloren en het boekenbezit van de bibliotheek. Het zou misschien sommigen interesseren, waarom Rehoboth niet op dezelfde plaats herbouwd is en hoeveel moeite het heeft gekost de financiën rond te krijgen, maar dat valt buiten het bestek van dit artikeltje. Ik vertel alleen nog, dat in de hal van het nieuwe Rehoboth een plakkette de herinnering levend houdt aan Ds. Van der Linden en aan zijn schenking. Er staat te lezen: „Het voormalige Rehoboth is 16 november 1929 aan de Hervormde Gemeente geschonken door Ds. P. v. d. Linden. Het werd 1 februari 1953 verwoest door de ramp. Dit nieuwe Rehoboth is 19 januari 1957 in gebruik genomen". (Met dank aan degenen, die mij gegevens verstrekten). M. G. Westerhof, emeritus-predikant 193

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1990 | | pagina 31