25 maart 1589 volgt nader verlof van de Staten van Zeeland en op 15 juni 1590 vorderen de Staten „assistentie totte Fortificatie van Brouwershaven" van de landzaten, die wederom worden geprest „te commen carren". Men bedenke dat door de militaire inundatie van Schouwen de dorpen in Schouwen door beide partijen, belegerden en belegeraars van Zierikzee, waren geplunderd en door het zeewater waren verwoest. En nu, ruim 10 jaren na hun bevrijding van het Spaanse leger, komt het bevel der Staten van Zeeland: „dat zy zullen mogen gebruycken die ruinen van de Kercken van Nyeuwerkercke, Duvendyck, Brydorp ende Cappelle Looperscapelle) ende dat die Landtluyden van de voorschr. Prochien die voorschr. materialen gehouden zullen zyn te bringen tot Brouwershaven zonder loon". Geen wonder dat de Zierikzeese Gedeputeerde protesteert en verklaart dat zijn Principalen „nyet en zullen gedogen zulcke enorme travaillen ende onredelicke lasten over de Borgerie van Ziericzee ende den Landtsaten van Schouwen geëxecuteert te worden". Het protest haalde niets uit en de Staten verleenden op 15 september 1590 een crediet van 9 duysent Guldens aan Brouwershaven voor de bewailing. En zo werd zelfs „tot meerder vasticheyt ende verseeckertheyt van gheheel Zeelandt de plaetse ende Heerlyckheyt van Brouwershaven versien van behoorlijck garnisoen, als zijnde als nu het eenigh en apparentste Zeegat, daer onse vyanden Zeelandt soude mede moghen overvallen" (Boxhorn, p. 551). Of de harde hand van Prins Maurits nu een herhaalde Spaanse invasie heeft voorkomen is de vraag, feit is dat de Brouwse wallen geen militaire rol hebben gespeeld en nog slechts door overstromingen werden belaagd, o.a. in 1682 toen ook de stadsgrachten vol vloeiden bij een dijkdoorbraak (en Bommenee werd weggevaagd). In 1861 besloot de gemeenteraad de wal tussen de voormalige Noordpoort en Zuidpoort te slechten en de gracht te dempen. In 1989 werden de tot dan vrijwel intact gebleven wallen „gereconstrueerd", d.w.z. met één meter of meer verlaagd, verbreed, waardoor het profiel geheel veranderde en het talud dat een steilte had van 1 Zi gewijzigd in 1 2. Dit talud werd 400 jaar geleden aangelegd met graszoden om het afspoelen van grond te voorkomen. De oorspronkelijke steilte was totaal onbeklimbaar. Jammerlijk is de 183

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1990 | | pagina 21