IV Schouwen-Duiveland omstreeks 900-
1200 jaar na Christus.
Schouwen en Duiveland krijgen een
definitieve vorm.
Na de Romeinse tijd verdrinkt heel Zeeland
als gevolg van overstromingen. De mensen
trekken weg. Het veen wordt bedekt met
klei. De eerste bewoners treffen we na
eeuwen weer aan in de duinen langs de
kust. Aan het eind van de 9e eeuw moeten
zij zich beschermen tegen de Noormannen.
Ze bouwen de ronde burcht bij Burgh.
Vanaf 1000 zijn de platen zo hoog
opgeslibd dat de eerste pioniers zich in het
„achterland" wagen. Het zijn voornamelijk
schapenhoeders. Tegen hoge vloeden
werpen ze lage, 1 tot 3 meter hoge
vliedbergen op. Vrij snel daarna worden de
eerste dijken aangelegd en begint
Schouwen-Duiveland te lijken op wat het
nu is: een welvarend eiland.
1. Na de Romeinse tijd overstroomt alles.
Het veenlandschap verdwijnt. Er ontstaat
een verbrokkeld, door de natuur gevormd
„eilandenrijk". Omstreeks het jaar 1000
zijn de platen zo ver opgeslibd dat de
eerste mensen zich kunnen vestigen.
2. Het terrein van de vroeg-middeleeuwse
burcht bij Burgh ligt er bijna onbebouwd
bij. De cirkelvorm is nog goed te zien.
Een in Nederland uniek monument!
De nummers 1, 2 en 3 geven de plaatsen
aan van klein archeologisch nood-
onderzoek in resp. 1954, 1977 en 1987.
3. De opgraving in 1987 maakte duidelijk
dat de wal (zwart) een palissade heeft
gedragen. In de gracht (grijs) is een reeks
brugpalen te zien.
4. De burcht vanuit de lucht. De gave
rondlopende weg
176