Het symposium „Schouwen-Duiveland
in de afgelopen 50 jaar"
24 november 1989, Concertzaal Zierikzee.
Aantal aanwezigen 140.
De voorzitter van de vereniging, de heer
J. D. de Kam, opent met een woord van
welkom, in het bijzonder tot de
burgemeester van Zierikzee, de forumleden,
een tweetal oprichters van de vereniging de
heren Blindenbach en Dingemanse, en de
pers.
Hij zegt dat dit symposium een unicum is
in het 50-jarig bestaan van de vereniging.
Het is tot stand gekomen op initiatief van
de Commissie Jaarboek. Daarna stelt hij
de zeven sprekers voor.
Hij vestigt nog eens de aandacht op de
oprichting van de vereniging. Het dreigende
gevaar voor ons monumentaal verleden lag
daaraan ten grondslag.
Oorlog en watersnoodramp, aanleg van
bruggen en dammen hebben grote
veranderingen tot gevolg gehad. Nieuwe
ontwikkelingen vonden in hoog tempo
plaats. We willen echter niet alleen
achterom kijken maar ook vooruit zien.
Daarom is dit symposium georganiseerd.
Om met elkaar van gedachten te kunnen
wisselen over verleden, heden en toekomst.
Vervolgens wordt het woord gegeven aan de
sprekers van deze avond.
In het Mededelingenblad van november
1989, nr. 66, is een exposé opgenomen van
alle onderwerpen die in de Kroniek zijn
vermeld en op deze avond ter discussie
staan. Het heeft geen zin om naast de
artikelen in de Kroniek en de conclusies,
c.q. samenvattingen in het Mededelingen
blad in dit verslag uitgebreid in te gaan op
het gesprokene. Volstaan wordt met enkele
punten.
De heer Dijckmeester, oud-burgemeester
van Zierikzee, concludeerde dat er nergens
zoveel veranderingen hebben plaats gehad
als op Schouwen-Duiveland. Ondanks al
deze veranderingen door oorlog en ramp,
door opheffing isolement, door toerisme
e.d. is de landelijke gemeenschap zichzelf
gebleven.
Volgens de heer Van Swigchem, emeritus
hoogleraar in de geschiedenis van de
bouwkunst, is praten over monumenten
praten over bescherming.
Naast monumenten is ook welstand en
aangepaste nieuwbouw van belang. Hij
vraagt ook aandacht voor de randgevallen
bijna monument). Deze hebben geen
bescherming. Toch is het van belang daar
acht op te slaan. Hij doet een beroep op
de waakzaamheid van de plaatselijke
gemeenschap.
De heer Verburg, voormalig directeur van
het Economisch Technologisch Instituut
voor Zeeland, lid van de Raad van State,
stelt, dat de economische situatie door de
opheffing van het isolement van Schouwen-
Duiveland is gewijzigd. De extra
vervoerskosten zijn vervallen, de landbouw
is verminderd, het toerisme toegenomen.
De aanleg van de vaste oeververbinding
Westerschelde kan wellicht enig perspectief
bieden. De positie van kleine industrieën
en distributiebedrijven zou kunnen worden
versterkt.
Verder zegt hij het van belang te vinden
dat de ontwikkelingen die zich de
afgelopen vijftig jaar op Schouwen-
Duiveland hebben voltrokken in een
boekwerk zijn vastgelegd. Hij zou graag
zien dat in alle regio's in Zeeland dergelijke
initiatieven worden genomen. Daarom heeft
hij in een brief de andere zes heemkundige
verenigingen gesuggereerd deze materie ook
ter hand nemen.
Wat het vervoer betreft onderscheidt de
heer Vleugel, in 1988 afgestudeerd in de
economische geschiedenis, een duidelijke
kentering in 1965. Daarvóór in hoofdzaak
afhankelijk van waterwegen, stagnerende
economie, wegtrekkende jonge gezinnen.
136