- 342 - DIEREN OP VERS-VOETEN Van onze oud-voorzitter ontvingen wij een aantal rijmpjes over die ren, op de manier van Kees Stip. Ze gaan uit van de bijnamen die de bewoners van de verschillende plaatsen op Schouwen-Duiveland vaak hadden (c.q. nog hebben). Dat die van Brouwershaven Benenkluivers worden genoemd mag bekend worden verondersteld. Voor het eerst in 1982 verschenen immers dialectverhalen in onze Kroniek van de hand van J. G. Jonker uit Brouwershaven, onder het pseudoniem "Bêênekluuver". We beginnen echter met de woonplaats van de oud-voorzitter, Drei- schor, of Dreister zoals ze zelf zeggen. De inwoners heten Reistenaren. Een volgende keer komen Zierikzee en Duiveland aan de beurt. Op een stier Er was een stier te Scharendijke Die graag een Reistenaar wou lijken. Hij ging toen via Eikerzee Eens naar de "beuze" in Zierikzee Om zich met bonen vol te vreten, Zodat hij óók "Boonpook" kon heten. 1) Op een paard Een paard, afkomstig uit Noordgouwe, Moest altijd werken, altijd sjouwen. Het dier zou zich wel willen laven Bij Ringelberg in Brouwershaven, Maar spaarde zich toch maar de stuivers En 't risico der Benenkluivers. Op een geit Er was een geit in Zonnemaire Die liep de hele dag te blèèèère. Zij sprak: Hier bij die gruttepikker Word ik van grutten alsmaar dikker. Waaruit ik slechts kan concluderen Dat geiten moeten demonsteren. Ik moet dus nodig aan het werk Met de Geitenbond van Nieuwerkerk. 2)

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1987 | | pagina 18