- 338 -
Napoleon gaf de kerk terug aan de katholieken. Koning Willem I
bekrachtigde dit in 1816. Dat de kerk toen aan restauratie toe was laat
zich denken.
In 1840 werd het inwendige opgeknapt en in 1856 werd een prijsvraag
uitgeschreven voor de uitwendige restauratie. Die werd gewonnen
door Stephen Veneman. Deze, en zijn opvolger, restaureerden de kerk
in neo-gothische stijl, dit mede onder invloed van de restauratie van
de Dom van Keulen en de ideeën van de fransman Viollet le Due. Ze
herstelden de kerk niet volgens middeleeuwse architectonisch opvat
tingen maar werkten toe naar wat volgens neo-gotische principes een
volmaakte kerk was.
In 1950 was deze restauratie rond en toen bleek dat nieuw herstel
geboden was. De Udelfanger zandsteen was door luchtverontreiniging
en weersinvloeden sterk aangetast. Zo werd de heer Teering restaura
teur van de restauratie! Er kwam spektakulair steigerwerk aan te pas
en een hoge bouwkraan om de beelden naar beneden te halen. Dhr. T.
wijst op de vele problemen die hij tegenkwam. Welke steen moet men
gebruiken voor de beelden in de buitenlucht? 't Beste is de Benthei-
mer zandsteen, maar het gebruik is bij wet verboden. Voor een kleine
hoeveelheid werd ontheffing verkregen. De gelaagde Udelfanger is
niet weerbestendig en de franse kalksteen wordt aangetast door kool-
monoxyde en zure regen. Wat dat betreft ligt Den Bosch in een slechte
driehoek tussen grote industriegebieden.
Natuurlijk zijn er ook plezierige herinneringen, zoals het bezoek van
Prinses Juliana aan de werkzaamheden. Ze liep onverschrokken over
de steigers. En wat las de heer Teering in het opengeslagen boek van
de Evangelist, hoog boven het aards gewoel? Daar stond: Jhr. B. v. D.
Ook het inwendige van de kerk werd aangepakt. Dikke lagen roet
(kaarsen!), vuil en stof werden verwijderd. Met grote zorg en precisie
werden vanonder de kalk de oude muurschilderingen te voorschijn
gebracht. Men ontdekte dat er soms meer dan één laag was. En dat
betekende een nieuw probleem: wat te bewaren? Van elke periode wat,
werd besloten.
In de loop van de eeuwen zijn er natuurlijk ook betreurenswaardige
dingen gebeurd. In de vorige eeuw vond men het prachtige 17e eeuwse
oxaal (de koorafsluiting) niet langer passend en het werd afgebroken
en verkocht. Het staat nu in het South Kensington Museum in Londen.
Ongeveer zo is het 't renaissance altaar vergaan. Door Cuypers werd
e.e.a. weggehaald en naar 't Rijksmuseum gebracht. Het is nu in
bruikleen terug. Resten ervan staan in 't kasteel Heeswijk.