-187- dagkanten. De dorpels hebben in dergelijke gevallen in het geheel geen profilering en sponning en zijn rechthoekig van doorsnede. Over de lichtopeningen heen zijn ontlastingsboogjes gemet seld van een halve steen hoog, waarin volgens een zekere regelmaat de nodige geglazuurde steenkoppen zijn verwerkt. Dergelijke geglazuurde koppen zijn ook verwerkt in een in de gevel aangebrachte dekoratie op ongeveer 1 m hoogte boven het straatniveau. Dergelijke versieringen werden in die tijd regelmatig toegepast en zijn o.a. ook waarneem baar in de gevel aan de stadzijde van de Nobelpoort. De eerste aanzet voor de bouw van het pand is, naar de bouw van de zijgevel te oordelen, terug te brengen naar het midden van de vijftiende eeuw. Duidelijk is waar te nemen dat de voorgevel van jongere datum is. Deze eveneens gepleisterde zgn. halsgevel is ópgetrokken van ijselsteen en dateert uit de achttiende eeuw. Waarschijnlijk heeft het pand in deze periode een grondige verbouwing ondergaan. Dit is o.m. waarneembaar aan de hoogteligging van de zolderbalklaag, de vernieuwde voor gevel en de dichtgemetselde lichtopeningen in de zijgevel. In de huidige toestand ligt de plafondbalklaag ongeveer op de helft van de hoogte van de dichtgemetselde lichtope ningen, wat zeker niet de opzet van de oorspronkelijke bouwer geweest kan zijn. De verzamelde gegevens zijn op bijgaande opmeting weerge geven. De gevel is thans weer-na overleg opnieuw gepleis terd, zodat de historische gegevens helaas aan het oog zijn onttrokken maar gelukkig bewaard zijn gebleven achter de pleisterlaag. H. Goedegebure

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1986 | | pagina 19