- 251 -
Toen de Nieuwe Haven werd gegraven (1596-1599) werd de
stadsgracht afgedamd door de WesthavendijkBij het tegen
woordige Luitje, legde men, ter bescherming van de haven
ingang, een bolwerk aan. Hierop lieten al spoedig twee mo
lenaars gezamenlijk een houten korenmolen bouwen. Zij be
zorgden hun produkten met paard en wagen bij hun klanten.
Voor de paarden stond vlakbij een stal, waartegen men in
1694 een aflat bouwde om de molenkar te beschermen tegen
weersinvloeden
De houten molen vergde in 1723 zoveel onderhoudskosten,
dat de eigenaar afzag van de reparaties en de molen liet
slopen. Daarbij speelde ook een rol dat door het te grote
aantal molenaars de spoeling te dun was geworden.
Maar niet lang bleef dit bolwerk onbebouwd. De eigenaars
van de houten korenmolen "De Flesse", staande op de wal
bij de Karnemelksvaart, kregen van het stadsbestuur ver
gunning om hun molen af te breken. In plaats daarvan lie
ten Willem van Schelven en Gijsbregt Blom in 1727 op het