- 264 -
Industriële Archeologie, een nieuwe vorm van geschiedbe-
oefening?
Drs. Th. de Graaf hield op 25 november 1983 in de foyer
van restaurant Mondragon te Zierikzee een lezing over dit
onderwerp
De geschiedkundigen van de Moderne tijd beperkten zich
tot op heden tot de bestudering van archiefstukken. De in
dustriële Archeologie, opgekomen in Engeland, zocht ook
naar andere bronnen. Fabrieken, hoogovens en mijnen worden
onderzocht en kunnen inzicht geven in de sociale geschie
denis. Esthetische overwegingen spelen bij dit onderzoek
niet mee, het gaat om de materiële overblijfselen van de
gemechaniseerde nijverheid.
Belangrijke onderzoeksobjecten zijn:
1. Plaatsen waar de produktie plaats vond.
2. De produkten die vervaardigd werden.
3. Infrastructuur, waaronder verstaan wordt dewegen, spoor
wegen, waterwegen, sluizen en bruggen.
Het onderzoek gaat in samenwerking met anderen, vooral
ook technici.
In Nederland wordt 1976 als begin van deze nieuwe tak
van wetenschap genoemd. Het werkterrein is ruimer dan in
Engeland, waar men de industriële revolutie bestudeert. In
Zeeland is een belangrijk doel het documenteren van over
blijfselen als meestoven, cichorei- en vlasfabrieken, maar
ook schakelstations, stoomkranen en stoomgemalen.
Dia's uit Engeland en Zeeland illustreerden deze interes
sante lezing.
F.B.
In de vijftiger jaren werd deze
windwijzer als reclame van Slugs'
voeders onder de hoeren verspreid,
Een enkele maal zie je deze typi
sche windwijzer in de vorm van
een S (Slugs) nog op een kippen
hok staan.