- 305 - OUDE HAVEN 39 De eeuw die in 1900 eindigde kende in zijn laatste goede jaren het Reveil of de Neostijlen. De tijd gaat immer ver der en in de allerjongste jaren van onze 20e eeuw werd de Art Nouveau geboren, bij onze oosterburen Jugendstil en bij ons Vermicellistij1 genoemd, voor zover men geen mondje buitenlands bezigde. De beginperiode wordt meestal aange geven 1900-1910, maar de nawerking, tot Futurisme toe,is niet met een jaartal af te ronden. Bij ons duurde het nog enige jaren langer, hoewel je moeilijk een datum kunt bepalen van: toen was het afgelopen. Het was de tijd van Simplissimus het Bauhaus, bij ons de tijd van Jan Toorop, en ook de nog immer bekende reclameprent van Delftse slaolie met zijn zachte tinten, vele sliertjes en zo meer, de omwentelingen in denken en doen. Wereldoorlog I stond voor de deur. Het ornament was uitvoerig, ingewikkeld, beweeglijk en sierlijk van lijn. De kleuren mat, de uitvoering vereiste een grote mate van vakmanschap en handvaardigheid. Uit deze stijl en tijd kon het niet anders of ook stoephekjes, om weer op ons onderwerp terug te komen, werden volgens deze opvat tingen ontworpen en gemaakt. Hoewel al van iets latere datum, naar ik meen, treffen we hier enkele specima aan die geheel afwijkend zijn van alle tot nog toe besproken hekjes. Nogmaals, het stugge ijzer moest men in wonderlijke bochten wringen, en de makers komt, alleen al voor de uitvoering, lof toe Dit is in hoofdvorm één van de hekken die de gehele stoep afsluiten, in dit geval is er zelfs een sleutel nodig om "binnen" te komen. Daar de voordeur in het midden zit, ont stonden voor de gevel twee omheinde eilandjes die elk af zonderlijk gesloten zijn. Deze twee afsluitingen, vergeleken met de beëindigingen links en rechts laten het vakmanschap al gauw zien. Want hoewel deze afsluitingen alle vier even breed zijn, is de ruimte beschikbaar voor de vorkachtige ornamenten bij bui ten- en binnenzijde niet gelijk, omdat voor de draaikonstruk- tie en de sluitingen meer ruimte nodig is dan voor de vaste eindafsluitingenMen heeft dit prachtig opgelost door aan de voordeurzijde één vork toe te passen, en voor de eind stukken twee. Zo is de spijlafstand gelijk gebleven. Het zelfde soort foefje heeft men uitgehaald met de andere ver-

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1979 | | pagina 17