- 69 -
't Slot Windenburg is gebouwd in de 14e eeuw. Het pand
"De Schaar" ligt op ongeveer 75 m afstand van dit voorma
lig slot. Het ligt ook in de Weststraat. We zouden in deze
straat een oude kreekrug moeten zien met hierop de oud
ste bewoning. Vanaf wanneer. Dat is niet bekend.
Het hoefijzer vertoont veel overeenkomst met een afbeel
ding van een uit de 10e tot 15e eeuw gedateerd exemplaar
uit het herziene werk: Hoefkunde en hoefbeslag door Prof.
Dr. H. M. Kroon en Dr. R. H. J. Gallandat Huet.
Het is een hoefijzer, dat dus wellicht is gemaakt in de late
Middeleeuwen.
E. P. Kloet.
DE VOEDING DOOR DE EEUWEN HEEN.
De oudste vindplaatsen die wijzen op het gebruik van vuur,
dateren van zo'n 50. 000 jaren terug. Voordien zal de mens,
zowel planten als vlees, rauw gegeten hebben. Vooral ei
witten, waaraan vlees rijk is, waren noodzakelijk voor het
voortbestaan. Toen men eenmaal vuur kon maken, prikte
men het vlees aan takken en schroeide het boven de vlam
men aan. Het grillen van vlees in deze tijd is dus in wezen
een oergebruik. Het bakken van platte koeken op gloeiend
verhitte stenen, wat heden ten dage bij primitieve volke
ren nog gebeurd, was de volgende stap. Van koken kon men
pas spreken toen de pot gevormd kon worden. Archeologen
wijzen ons de weg naar de pyramide's. Duizenden jaren
véór Christus werd in het rijk van de Farao's al vlees ge
braden en gekookt. Muurafbeeldingen en schrifttekens ver
tellen ons van uitgebreide maaltijden. De keuken van het
oude Egypte (zo'n 2500 jaar voor Christus) verwerkte al
verschillende soorten vis en vlees, vleesragoüt, honing-
gebak, olijfolie, selderij, prei, moes van fruit, dadels,
anijs- en komijnzaad, brood en bier. Gerstebrij en bier
waren voor het gewone volk (de bouwers van de pyramiden).
Van de Assyriërs (achtste eeuw voor Christus), in het
noorden van Mesopotamië, zijn kleiafdrukken gevonden met
een ingegrifte lijst van kruiden, zoals tijm, saffraan,
maanzaad en knoflook. Men hechtte aan een goed produkt