Het vijfhonderdjarig jubileum van Rederijkerskamer
De Wijngaardranke te Kapelle, later te Hansweert
Frank de Klerk
In de gewesten Vlaanderen en Brabant
ontwikkelde zich vanaf ongeveer 1450 een
nieuw cultureel fenomeen: er ontstonden
groepen die zich met toneelspel, literatuur
en gedichten gingen bezighouden. Ze noem
den zich rederijkerskamers of retoricagil
den. In hun activiteiten was ruimte voor
serieus, hoogdravend toneel, maar ook voor
zottigheid, kluchten en maatschappijkri
tiek. Door de sterk toegenomen welvaart
kwam er ruimte voor dit soort activiteiten.
Zoals ook de verenigingen van vakgeno
ten, de ambachtsgilden, een belangrijke
religieuze oriëntatie hadden, zo hadden
ook de rederijkerskamers die. De eerst-
bekende kamer was De Fonteine te Gent,
die in 1448 het levenslicht zag. Al spoedig
volgden er in deze contreien meer van der
gelijke verenigingen, die meestal op het
statuut van Gent voortborduurden. Lang
zamerhand ontwikkelden zich ook in het
noorden dergelijke rederijkerskamers. Op
Zuid-Beveland, dat veel contacten had met
Vlaanderen en Brabant, was voor het eerst
in 1473 sprake van eigen toneelspelers.
De Gesellen van der Goes traden toen op
in Hulst ter gelegenheid van de processie.
In 1475 hield men in Goes een eerste rede
rijkerswedstrijd, en in 1480 of 1481 een
tweede. In ieder geval bestond hier vanaf
1490 een rederijkersgilde. Het gilde kreeg
de regie van de belangrijkste processie in
de stad, die uitgroeide tot een geweldig
spektakelstuk. Alle Goesenaars die in een
gilde zaten moesten meedoen. Er werden
speelwagens meegevoerd door de stad die
op zeven plaatsen stilhielden en daar bij
belse stukken speelden.
Afb. 1. De buitenhaven van Hansweert. Hierheen richtten zich steeds de wandelingen van de
leden van de kamer in de pauze van de bijeenkomsten. Foto omstreeks 1907, met op de voor
grond de provinciale boot Walsoorden. Collectie Gemeentearchief Goes.)
2