De Poel
In aansluiting op het artikel van Johan Boogaard over het Goes-Ambacht geven onder
staande regels een treffend beeld van de Poel in de voorbije jaren.
Door de familie De Jonge uit 's-Heer Abtskerke/Sinoutskerke worden een paar gedichtjes
bewaard van 'tante Griet van Eenenaam', een onbekende dichteres, zoals ze zichzelf
noemde1' In die rijmende regels heeft ze haar herinneringen o.a. aan de Poel aan het einde
van de deriger jaren weergegeven.
De poel, de poel wat zijt gij schoon
met uwe zig zag kronkelwegen,
uw weiden, velden, struik en boom,
uw zonneschijn en milde regen.
Uw slooten en uw watergangen,
het meeuw gekrijs, uw vogelvanger,
het grastapijt, uw bloemengeur,
een mengeling van bonte kleuren.
Het wuivend graan, het goudgeel koren,
wanneer de ploeg trekt diepe voren
De stormwind boom en huis doet kraken,
de zon schijnt op de roode daken.
Wanneer in zoele zomernachten,
de maan betrekt de sterre wachten,
de bliksem langs de hemel flitst,
geheel de ruime poel verlicht.
Of als in koude winterdagen,
de sneeuw en ijs u komt belagen,
de jeugd zich op het ijs vermaakt,
wijl op de plas geen onheil waakt.
De poel! De poel! Wat zijt gij schoon
en uw bewoners kinderlijk vroom.
Als dan in vroege ochtend uren
de landman treedt uit huis en schuren
en hij zich tot der arbeid schikt
alhier hij aanvaardt als hoogste plicht.
En na een week van zwoegend werken
zich 's-Zondags in zijn God gaat sterken
zich neerbuigt in des Heeren Huis
en bidt om kracht voor het aardsche kruis.
En in een stille zondagswijding
hij zich in God dan kan verblijden
dankt voor het beleid zoo heilig, wijs
dan is de Poel een Paradijs.
1) Grietje van Eenenaam werd op 8 december 1880 gebo
ren te Kloetinge. Haar moeder was een zuster van
Toon de Jonge. Zij was gehuwd met Cornelis van
Tatenhoven. Het echtpaar heeft lang in Axel gewoond.
8