Jan Adam Geill (1815-1909), heel- en vroedmeester op Zuid-Beveland (deel iv en slot) G.J. Lepoeter Een bevalling op het Hoge Huis 'Zoo hoopte ik genoeg ellende doorstaan te hebben, dat tegen den avond geheel weer veranderde, door dat ik in een verlossing geroepen werd bij een primapara, in het hooge huis, eene hofstede die daar eenig in den poel staat, een merkwaardig oud gebouw, waar de klopper nog op de deur hing in plaats van belde ouderwetsche schoorsteen nog stond en zeker een huis was dat over de honderd jaren kon beschikken.1' Daar kwam ik binnen, bezweet als een paard, door het baaijen door de sneeuw. Daar brandde een vuur waarvoor men een os zou kunnen braden heb ben, maar daar de hitte met de rook door de schoorsteen Afb. 1. Het Hoge Huis te Sinoutskerke omstreeks 1900. GA Goes). 18 januari 1881, een dag die in het geheu gen van Jan Adam gegrift is. Als hij met zijn beide jongens na de barre tocht vanuit Goes toch veilig thuis gekomen is en zijn trouwe paard in de beschutting van de stal verzorgd is, wil hij alleen maar rust en warmte. Bijkomen van de inspanning en de vermoeiende en enerverende reis. Maar zo gaat dat niet altijd. Hij is niet alleen heel- en vroedmeester in het dorp Nisse, maar ook in 's-Heer Abtskerke. En niet te vergeten in de wijde omgeving, een groot deel van de Poel. De wegen zijn daar tijdens de winterperiode nauwelijks begaanbaar. Hier en daar staat in de Poel een hoeve waar soms ook, vaak op een ongelegen moment, een kind geboren wordt. henen sloeg, was het daar ijskoud, zoodat ik een oude schanslooper aantrok, en zoo trachtte mij wat te warmen.21 Als Jan Adam de bewuste boodschap krijgt, is er maar één mogelijkheid: aankleden en op pad gaan. Hij steekt het Dorpsplein over en loopt via de weg langs de begraafplaats en de Thijshoekseweg de Poel in. Aan het eind van de Thijshoekseweg gaat hij rechtsaf de Noordweg op en komt zo bij het 2

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2001 | | pagina 4