Jan Adam Geill (1815-1909), heel- en vroedmeester op
Zuid-Beveland (deel id
G.J. Lepoeter
Als Jan Adam Geill, na op 9 januari 1840
zijn diploma als heelmeester in ontvangst
te hebben genomen, terugkeert naar Nisse
is hij een gelukkig mens. Hij is dan bijna
25 jaar oud en hij ziet zijn beroep, na een
abrupt afgebroken loopbaan in het onder
wijs, als een roeping. Hij popelt dan ook
om zijn verworven kennis in de praktijk te
testen. Hoe hij zich voelt kunnen wij
opmaken uit het feit dat hij de beroemde
ober
4ie$miff,6aS meiifd)(id)c tfclicii pi ueclüntjern.
SQoit
Dr. (Cljr. ïüillj. fiufelami.
•Hctie ^jofltsausiiaöe
b c a r 6 c i i c t unb 6 e o a no o r r
0011
Dr. med. Jpcrin. Slciuïe,
'Dlilalirfe jfaifctl. .'(carctrda ïtooolSiiM
sup<4 l'eCtn! ïiiuiiif, iih.m:!
rtriootmbett r.iiVuU u:i: uk:!.v.o
non Sir foU •'bct:;n
'"ortlic.
("'m,
ïrucf unb SJerlacj »on 'Ofuiiao Otedatn jun.
Afb. 1. Titelpagina van één van de belang
rijkste werken van C. W. Hufeland:
Makrobiotik oder die kunst das menschli-
che Leben zu verlangern, herdruk 1823. De
oorspronkelijke uitgave verscheen in 1796.
(Zeeuwse bibliotheek, Middelburg).
Duitse professor Hufeland citeert.
'Den grooten professor Hufeland schreef in
zijn dagboek, bij de intrede van zijn verhe
ven beroep deze woorden:
Des menschen lijden te verzachten
Daarvan het grootst geluk te wachten,
Hun helpen troosten hier te zijn.
God! laat mij dat bij alle zorgen,
Bij 't leed des daags, bij eiken droeven
morgen
Geroerd gevoelen, steeds bereid
Tot troost en hulp der menschelijkheid!
Deze treffende, gevoelvolle woorden van
dien edelen man waren wel waard, om
door mij nagevolgd te worden'.1'
Een incident
De eerste plaats waar Jan Adam zijn prak
tijk gaat uitoefenen is Waarde. Voordat hij
daar naar toe gaat vindt er evenwel een
incident plaats. Op 3 april 1840 wordt door
de provinciale commissie van toezicht een
klacht behandeld die is ingediend door de
medicinae doctor Janssen te Kruiningen
'over de practijk uitoefening van den Heel
en Vroedmeester Geill te Nisse.'
Het betreft de behandeling van de ernstig
zieke Anthonij de Waard te Waarde. Uit de
verslaglegging blijkt dat dokter Geill aan
de patiënt medicijnen heeft verstrekt zon
der deze gezien - en dus onderzocht - te
hebben. De behandeling van Anthonij de
Waard, die na enkele weken komt te over
lijden, is overgenomen door de heelmeester
J.M. Vane te Kruiningen.
De provinciale commissie besluit, na aan
vullende informatie en een schriftelijke
verklaring van dokter Geill over zijn
behandeling, 'Dhr Geill daarover bij
Missive te onderhouden'. De commissie
acht namelijk bewezen dat hij 'de
Geneeskundige practijk als gevaarlijk voor
de menschheid en tot onteering der Kunst
uitoefent, onder aanmaning zich voortaan
te onthouden geneesmiddelen af te leveren,
9