Van Vlissingen naar Vlaanderen
Van Vlissingen naar Vlaanderen
Een beknopt overzicht vanaf de vroegste vermelding van een veer tot
aan de oprichting van de stoombootdienst tussen Vlissingen en Breskens
Marianne Gossije
Van oudsher, en zoals blijkt uit onderstaand
verslag zelfs al sinds mensenheugenis, voeren
er zogenaamde steigerschuiten over de Honte
ofwel de monding van de Westerschelde om
mensen over te zetten. Het was zeer ongewoon
dat een steigerschuit verging. Dat had
ongetwijfeld te maken met de stoere bouw van
deze schepen die min of meer zeewaardig
geweest moeten zijn omdat ze niet alleen de
kortste oversteek maakten tussen Vlissingen
en Breskens, maar ook voeren tussen
Vlissingen en verschillende steden in zuidelijker
Vlaanderen zoals Sluis, en bovendien schepen
uit de Schelde naar zee loodsten.
Niettemin lezen we in een Middelburgse
Courant uit 1784 het volgende.
'Vlissingen, den 24 April 1784.
Heden Morgen is voor het Hoofd alhier door
een vreeslyke uitschot van Wind, een
Stygerschuit, van Breskens naar herwaards
overzettende omgeslagen, en de twee
schippers met een Passagier, zynde een
nog niet bekend Landman, ongelukkig in
het gezigt van hen die op het gemelde
Hoofd stonden, by dit toeval omgekomen,
zonder dat men het heeft durven wagen de
ze Menschen te redden, die men yselyk
hoorde kermen en om hulp smeeken. Een
dergelyk onheil is by geen Menschen ge
heugen, aan onze Stygerboten, dat van de
allerstoutste zoort van Vaartuigen zyn,
overkomen, en men kan zelfs niet nalaaten
deze ramp, aan de min ervarenheid van de
Schippers, die men zegt dat nog nieuw, en
op dit Veer niet al te wel afgerigt waren,
toeteschryven.'1
Van oudsher
De vroegste vermelding van een overzet
veer tussen Vlissingen en de overkant van
de Westerschelde is te vinden in Dye
Cronijcke uan Zeelandteen geschiedenis
van Zeeland die voor het eerst verscheen in
1551. Hoewel het duidelijk moge zijn dat de
gegevens uit dit soort kronieken niet onder
bouwd kunnen worden, volgen ze hierna als
curiosum in de geschiedenis van het veer.
De auteur, die zich baseert op nog vroege
re kroniekschrijvers, meldt dat Vlissingen al
voor het jaar 620, toen Willebrordus op
Walcheren het christendom predikte, een
klein vissersplaatsje was waar veel vissers
woonden, en dat daar ook het kleine veer
was waarmee men overvoer naar Vlaan
deren.2
Een beschrijving van Vlissingen in de
Tegenwoordige Staat uan Zeeland voegt
daar nog een detail aan toe, namelijk dat
het oude Vlissingen een gehucht van vis
sers en een klein veer op Vlaanderen was,
dat toen alleen uit twee huisjes bestond.3
Als er zoveel vissers woonden zullen ze
toch moeite gehad hebben om met zijn al
len een onderkomen te vinden in de twee
huisjes die de Tegenwoordige Staat uan
Zeeland noemt. Maar deze laatste verzuimt
dan ook een bron te vermelden waaruit
blijkt dat de bebouwing van dat vroegste
Vlissingen zo schamel was.
Het huidige Zeeuws-Vlaanderen maakte
pas vanaf de Vrede van Munster in 1648
deel uit van de Republiek der Verenigde
Nederlanden, dus voordien kunnen we be
ter spreken van een veer tussen Vlissingen
en Vlaanderen.
Er wordt in die oudste vermelding niet ge
zegd waar de aanlegplaats in Vlaanderen
14
Den Spiegel