00
(10)
©ont /§m«Dct' öe too®
«önt Ua|ï 2Bier
«een tjalbe-ton 23ict
éöt <©;!)ooft ©icc
«ent Jtn|l «eraan
SLijnjaat bc 11 ©onrten
l>oppe bc ioo®
lOoilf ofte Cattont.be 100
/o 4 o
O 4. O
fo 6 0
fi 10 0
fi Ito
C. 60
fo 6 0
ifammen' JMupn/ Jblbabcl/aspn-jtcetibmi too®/o
3|fcr) Coper ïïoob ^ijjtjgcl t)at|i nt flik
foorictt ban ©ertoen bc 100® fo 3 0
Breven bc 100 g. fo 7 0
papier be 6tenf genteen formaat foto
•Curfife booncis tot 4 a 5 fahben toe boo?
pberfflït fo 3 0
ïBcer faltftett fijnbc boor een JUSait of «ffpöri
naar/ fal boor pber fait moeten geben fo 2 8
«Sen fait jRoten of Caftatncn tot 6 a S toe
fal batt pber fait moeten Qebcit fo 3 0
«en meerber ftjtibe boor een jBau of €mc
naar ban pber fo a 8
©oor een ©aas alleen fo 7 0
Boor pber paarb 2 11 0
Boor pber lïoe Derft 10 0
©oor een coppcï paafen fo 8 0
©oor een roppel Coppocnett fo 8 0
«een fait «Sart of pflbetjaclt 40
©os Doben setal batt ©rij ftjnbe boor een
«epgenaar pber fab fo 3 o
«fficn fait «öraautoe of «ëroctte-«erten fo 3 o
en ntebe Doben l)ct getal batt ©rg ftjnbe boor een
«epgenaat tót ©icn pber faft fo 1 s
Een deel van de prijslijst voor het vervoer van personen
en/of vracht, 1712. Gemeentearchief Vlissingen,
Stadsarchief, inv.nr. 5325; lijstnr 30.
In 1754 was één van de Vlissingse schip
pers, Hendrik Christiaensen, zo ontevreden
over de laksheid van de andere Vlissingse
veerlieden dat hij het bestuur van Breskens
verzocht van daaruit als veerman te mogen
varen 'tot gerief van de passagiers en het
overbrengen van vee, eijeren, boter en
soortgelijke goederen'.22 Hij zou dan met
zijn vrouw - kinderen hadden ze niet - in
Breskens gaan wonen. De magistraat vond
dit een goed idee en nog geen maand later,
wat toen uitzonderlijk snel was, was er al
een akte van aanstelling van de vrijheer
van Breskens, de keurvorst van de Paltz,
waarin Christiaensen toestemming krijgt
'om met zijne steijgerschuijte' van de wal of
van de sluis van Breskens en Breskensand
naar de stad Vlissingen te varen.
Er werd meteen aangekondigd dat er een
deugdelijk reglement over de tijden en het
veergeld zou worden opgemaakt. Vlissin
gen was 'zeer perplex over dese aenstel-
ling' en er volgde een uitgebreide briefwis
seling tussen beide plaatsen, met als resul
taat dat voorlopig werd besloten dat de
schippers van beide kanten geen passa
giers mochten meenemen als er een 'eigen'
schipper wachtte in de thuishaven. Al snel
werd er dus vanuit Breskens gevraagd om
een tweede schipper, 'zodat de een klaar
kan liggen als de ander weg is'.
Op 12 augustus 1760 kwam er eindelijk
een 'reglement en ordonnantie' op het veer.
Behalve de vastgestelde tarieven noemt het
strenge gedragsregels. Zo was het de veer
lieden verboden met woorden of daden de
passagiers te beledigen, waren zij verplicht
's winters met tenminste drie steigerschuit-
lieden te varen en 'sullen sij zig hebben te
wagten van zig dronken te drinken en den
heyligen name Gods ligtveerdeglijk te ge-
bruyken, niet te vloeken nog te sweeren, op
poene van telken reyse te verbeuren thien
schellingen vlaems'.
In dit reglement was de boete op misdra
gingen van de schipper dus drie gulden,
terwijl die rond 1670 nog zes gulden was.
Het Vlaamse pond was al die tijd vrij sta
biel, waaruit dus valt af te leiden dat het
vloeken op het veer goedkoper was gewor
den.
Een beslagen paard viel, net als een passa
gier die twee uur na zonsondergang nog
over wilde, in het duurste tarief: ze kostten
eveneens drie gulden.
In Vlissingen was de aanlegplaats nog tot
1873 in de Wester- of Koopmanshaven en
daarna op de huidige locatie, nog verder
oostwaarts. In Breskens was er rond 1800
eindelijk voldoende diepgang in het haven
tje om daar aan te kunnen leggen, in elk
geval bij vloed. In de jaren daarna werd de
ze haven verbeterd, mede door het aanleg
gen van een tweede spuikom.
Pas in 1958 nam Breskens de nieuwe veer
haven in gebruik, vrijwel op dezelfde plaats
als waar eeuwen eerder de steigerschuit op
het strand werd gezet: bij de knik in de dijk
van de Oud-Breskenspolder, die op een
kaart uit 1670 wordt gemarkeerd als 't Veer.
22
Den Spiegel