De vaart op de Schelde tijdens
de Eerste Wereldoorlog
Aafke Verdonk- Rodenhuis
Nederland bleef tijdens de Eerste Wereldoorlog neutraal. België echter werd door
Duitsland bezet. Dit had grote gevolgen voor de vaart op de Schelde, de rivier die toegang
geeft tot zowel Belgische als Nederlandse havens. Toen ook Engeland in de oorlog betrokken
werd,
4 augustus 1914, moest de Westerschelde ook voor Engelse oorlogsschepen worden gesloten
als Nederland haar neutraliteit wilde handhaven. Vrije vaart op Antwerpen moest echter
uitgevoerd kunnen worden. Dat de Nederlandse en de Belgische loodsdiensten in deze
periode op een andere manier moesten werken dan in de voorgaande jaren zal duidelijk
zijn.
Vanaf 1843 kent Vlissingen een Neder
landse en een Belgische loodsdienst. Na de
afscheiding van België van het Koninkrijk
der Nederlanden werd in 1843 het 'Schelde-
reglement' getekend. Dit is een uitwerking
van het scheidingstraktaat van 19 april
1839, waarin Nederland en België eikaars
soevereiniteit erkenden. In het 'Schelde-
reglement' wordt de scheepvaart naar Bel
gische havens als bijvoorbeeld Antwerpen
en Gent geregeld.
Het gaat hier onder andere over het be-
loodsen van schepen, betonning en beba-
kening van de vaargeul, alle diensten aan
schepen, die zo veilig van de Noordzee via
de Westerscheldehavens in Nederland of
België kunnen bereiken. Controle op de
naleving van het reglement werd uitge
voerd door de Belgisch Nederlandse Per
manente Commissie van Toezicht op de
Scheldevaart.
Het reglement garandeerde vrije vaart op
de Schelde. Schepen moesten zelf aange
ven of zij een Belgische of een Nederlandse
loods wilden. Inkomens waren afhankelijk
van de grootte en het aantal van de te
beloodsen schepen en heftige concurrentie
bleef dus niet uit!
Bij het uitbreken van de Eerste Wereld
oorlog veranderde de situatie. België werd
door Duitsland bezet en ook Engeland was
in oorlog met Duitsland. De vaart op de
Westerschelde en de monding van de ri
vier werd enorm gehinderd door de aanwe
zigheid van mijnen en het afwezig zijn van
lichten op betonning en vuurtorens bij
nacht. Scheepvaart kon eigenlijk alleen bij
daglicht plaatsvinden. Ook werden langs
de kust torpedoboten en onderzoeksvaar-
tuigen gestationeerd.
Van concurrentie tussen Belgische en
Nederlandse loodsdiensten was nu geen
sprake meer. De Nederlandse loodsen
namen het traject vanaf zee tot Hansweert
waar. Op dit gedeelte van de rivier bevon
den zich de meeste obstakels. Er werd voor
Hansweert van loods gewisseld. Voor de
verdeling van het loodsgeld voor de sche
pen die in vredestijd door de Belgen be-
loodst zouden zijn werd een regeling ge
troffen. De Permanente Commissie van
Toezicht kwam tijdens de oorlogsjaren niet
bij elkaar.
De gevolgen van dit alles bleven niet uit.
Al op 7 augustus 1914 liep het Noorse
schip Tysla in de Wielingen op een mijn.
De Tysla kreeg een groot gat in de machi
nekamer en zonk onmiddellijk. Het schip
was op weg naar Antwerpen. Ook in de
volgende periode zijn er steeds grote en
kleinere rampen op zee en langs de kust.
Zo is er op 16 november een mijnontplof-
fïng te Westkapelle, tien slachtoffers. Op
6 december is er een mijnontploffing aan
de Boulevard Evertsen te Vlissingen. Hier
is veel materiële schade.
In het boek Een eeuw loodsen op en om de
Schelde staat een overzicht uit de Zeeuwse
Oorlogskroniek. Deze lijst ongelukken illu
streert duidelijk dat de gevolgen van de
oorlog voor Vlissingen en de Wester-
Den Spiegel, juli 2000
3