Dichting
Nollegat
1945
F. NAEREBOUT
van dhr. F. Jacobs, lid van de
vereniging. Het werk geeft een
voorstelling van het dichten van
de Nolledijk in 1945.
In zijn afscheidsrede verklaarde
dhr. Westerhout dat het geschenk
werkelijk een "bevrijding in alle
opzichten" voorstelt. Hij zei zeer
getroffen te zijn door de houding
van de mensen op de aguarel, sym
bolisch voor het gebeuren in die
tijd. Hij dankte de schenker, dhr.
Jacobs, die helaas niet aanwezig
kon zijn, van harte. Daarop schonk
de burgemeester het werk namens
de gemeente aan het Stedelijk
Museum en vertrouwde het toe aan
de zorgen van conservator Weber.
Dhr. Westerhout zei voorts ge
troffen te zijn door de inhoud van
het museum. Door de Vrienden is
de belangstelling zeker omhoog
gegaan.Hij hoopte nog lang lid van
de vereniging te mogen zijn en
wenste de Vrienden en het Stede
lijk Museum een fantastische toe
komst toe.
In haar dankwoord maakte de voor
zitter bekend dat de Vrienden be
sloten hadden dhr. Westerhout het
erelidmaatschap toe te kennen en
overhandigde de scheidende be
schermheer, namens de vereniging,
een persoonlijke attentie: "We heb
ben besloten u met klinkende munt
te betalen, een fraai zilveren
muntstuk uit het VOC - wrak Het
Vliegend Hert".
De dichting van het Nollegat werd tot een "menselijk EPOS".
Er waren namelijk geen mechanische middelen aanwezig om het in- en
uitstromende water te bedwingen. Tegenover de in de stroomgeul
optredende krachten stelde men handen, vele paren handen, en
lichamen, rijen lichamenzwoegend, zwetend, vechtend tegen het water.
De dijkwerker stond centraal in deze krachtmeting met de elementen
Alle aandacht was gericht op de korte spanne tijds tussen eb en vloed,
hèt moment om de aanzetvoet voor een nieuw dijklichaam te bouwen.
Honderden mannen van Walcheren vormden een menselijke keten om zand
zakken en stenen aan te voeren. De spanning steeg, maar de mens, die
van geen wijken wist, haalde de teugels aan en legde de zee aan banden