882
VRIJDAG 23 JANUARI 1931
No. 45
MCttMGTENt*
Mme r\rs
Standbeelden zijn rare dingen. Meestal krijg je
zoo'n ding pas als je dood en begraven bent.
Dan heb je er niets meer aan. Maar er is nog
meer. Het is een bedenkelijk teeken, dat de men-
schen je facie in steen uithouwen, om je maar
niet te vergeten. Ik geloof vast, dat de ouwe
Jacob Cats niets van een standbeeld zou moeten
hebben. „Heb ik daar voor m'n heele leven gewerkt,
om een afbeelding van me (nota bene gekalkt
op het plein in Brouwershaven neer te planten
zou hij zeker vragen, „wordt er dan aan mijn werk geen betere
herinnering bewaard Al de menschen, die wat om me geven,
hebben als de beste herinnering mijn boeken in hun huis en de
menschen, die niets om me geven, hebben ook mijn standbeeld
niet noodig. Waarvoor staat het er eigenlijk Voor
toeristen, die nog nooit van me hebben gehoord, en met
minachtende blikken naar m'n leelijke nabootsing kijken."
En, heeft Cats geen gelijk? Over 't algemeen zijn stand
beelden leelijk meestal staan ze in den weg, en boven
dien weet bijna niemand, voor wie ze werden opgericht.
Daar staat tegenover, dat zij wel
een hulpmiddel vormen, om bij
de jeugd de herinnering aan be
roemde mannen levend te houden
en hen als voorbeeld te stellen.
Op de wandelingen te Sluis duikt
te midden van groen ineens het
hoofd van Van Dale op.
Het standbeeld of eigenlijk is
het een buste staat daar vrij
vreemd en een beetje zielig. Maar
men heeft het daar gezet, omdat
de stad Sluis eertijds een kwestie
had over de wallen, en Van Dale
Standbeeld van onzen bekenden dich
ter Jacob Cats te Brouwershaven.
De buste van
den musicus
Jan Morks is
t eenige stand
beeld te Mid
delburg.
Het royale, hoe
wel niet fraaie,
standbeeld van
Michiel de Ruij-
ter, dat uitziet
over de wijde,
golvende
Noordzee.