Jl
I ONS ZEELAND
DEBEVELAMSCH
i
GEÏLLUSTREERD WEEKBLAD Hoofdredacteur: ANTOINE v. D. BERG
Tevens Officieel Orgaan voor de Zeeuwsche Vereenigingen in Nederland
EERSTE JAARGANG
No. 34
18 SEPTEMBER 1926
Uitgave en druk van G. W. den Boer, Lange St. Pieterstraat F 33, Middelburg, Telefoon 150, Postrek 74988
- Aanvragen omtrent advertentiën in dit Weekblad richte men tot den Uitgever. - Stukken, bestemd voor
de Redactie, te zenden aan de Redactie, Groote Markt 4, Goes, stukken betreffende de Zeeuwsche Ver
eenigingen aan den Heer M. P. Cornelisse, Coltermanstraat 14 rood, Haarlem. - Losse nos. a ƒ0.15 op
aanvraag bij den Uitgever. - Abonnementsprijs 1.25 per kwartaal. - Advertentieprijs ƒ0.35 per regel.
Bij contract lager tarief op aanvraag verkrijgbaar.
Zomer of winter; geestelijke pro
visie; ons spoorwegnet gereed; over
een nieuw raadhuis en een nieuw
telefoonkantoor.
September is de twijfelmaand, die iemand in de
war brengt. Den eenen dag toovert zij ons de illusie
van den zomer voor, den anderen dag stort zij op
milde wijze enorme tanks water over ons uit en doet
zij cns wreedaardig vermoeden wat in den komenden
tijd te wachten staat. De oogstmaand is als een be
haagzieke, mooie vrouw, die wisselend lonkt en af
stoot en zich daardoor in een sfeer van mysterie hult,
die spanning te weeg brengt. Interessant is September
zonder twijfel, vooral op het land, waar de mensch
gemakkelijker in contact komt met de natuur dan in
de stad, die zich door geperfectionneerde technische
middelen een zekere onafhankelijkheid heeft verwor
ven, die echter ook in dit geval met verwijdering ge
paard ging. Op het land is men vertrouwd met de
natuur, men verstaat daar haar uitingen vroeger dan
elders. Terwijl de stedelingen nog nadommelen van
de zomersche hitte, weten de bewoners der dorpen al,
dat de winter voor de deur staat, en men beijvert
zich, den voorraad voor de strengste maanden van
het jaar op te doen. Ik bedoel hiermede niet zoozeer,
dat men zich haast voor den materieelen voorraad, ik
heb de geestelijke winterprovisie op het oog. De ver
eenigingen, die gedurende de zomermaanden op non-
actief stonden, beginnen weer handelend op te treden.
De departementen van ,,'t Nut" vergaderen en stellen
de programma s samen, de leden der tooneelvereeni-
gingen steken de hoofden bijeen en maken plannen
voor de eerste uitvoering, muziekgezelschappen en
zangclubs vullen het repertoire aan, kortom men is
doende den voorraad in te slaan, die de landelijke
bevolking in den winter voor den geestelijken dood
zal hebben te behoeden. Voor het land is het vereeni-
gingsleven gedurende de donkere maanden een ware
uitkomst.
De vereenigingen zijn niet de eenige instellingen,
die zich beijveren vóór het uitbreken van den winter
gereed te zijn met den arbeid. Allerwege haast men
zich om de taak, welke het toelaat, bij het verdwijnen
van den zomer te beëindigen. Dit schrijvende, denk
ik aan de N.V. Spoorwegmaatschappij „Zuid-Beve-