Psycho-telekynese
Fatsoensrakkers
Pechiney
Onze provinciale fatsoensrakkers Colijn en
Roose vonden weer eens wat waar ze door
gekwetst werden: de Jongerenkrant Zee
land, een eenmalige uitgave ter gelegenheid
van het internationaal jongerenjaar. De
krant werd samengesteld door het sekreta-
riaat van de Zeeuwse Jeugdraad en met
subsidie van (o.a.) de provicie uitgebracht.
Blijkens het PZC-verslag hadden Colijn (en
ook Van Ommeren van de SGP) zich vooral
gestoord aan een pagina over 'sex in
Zeeland', waarin o.a. homo-jongeren wordt
geadviseerd om zich vooral niet in de armen
van de Pinkstergemeente te storten (want
die denkt dat homofilie een te genezen
ziekte is). Ook nu liet CDA-leider Roose
zich door de dogmatisch gereformeerden
op sleeptouw nemen. Ook hij was vooreen
symbolische korting op subsidie, vanwege
de 'onnodige kwetsende passages'. Toen
Nieuw Zeeland hem telefonisch vroeg,
welke passages dat dan waren wist hij niets
te noemen. Hij zou de krant nog eens
doorlezen en zodra hij wat gevonden had,
ons opbellen. Nooit meer wat van gehoord.
Inmiddels namen enkele christelijke scho
len de aktie over, besloten de krant niet uit
te delen. Natuurlijk was het effekt ave
rechts: toen de leerlingen van de censuur
hoorden wilden ze allemaal zo'n krant
hebben. En dat lukte natuurlijk.
Volgens voorzitter Wim Don gaat de
PZEM over '85 ruim dertig miljoen gulden
winst maken. De oorzaak lag volgens hem
in het feit, dat de kerncentrale een iets
hogere bedrijfstijd zal hebben dan verwacht
werd èn het feit, -dat Pechiney minder
(atoom)stroom afnam.
Met andere woorden bevestigde hij dus
weer eens, dat Pechiney door de kleinver
bruikers wordt gesubsidieerd. Want, hoe
minder stroom Pechiney afneemt, hoe meer
winst de PZEM maakt.
18
Op een bankje aan de boulevard zat een jongen te lezen. Voor hem strekte de
Westerschelde zich uit. Peinzend keek hij af en toe op uit zijn boek en dacht na over
de inhoud. Psycho-telekynese. De macht om je wil op te leggen aan dode dingen.
Interessant, dat wel, maar erg fanatiek geloofde hij er niet in. Dode dingen, vond hij,
moest je maar dood laten, anders wordt het een puinhoop. Stel je voor dat je kop
koffie op bevel met z'n oor gaat zwaaien. Daar word je toch niet lekker van.
Vanuit Antwerpen kwam stroomopwaarts een tanker aangevaren, terwijl
tegelijkertijd uit de richting van Vlissingen een kustvaarder naderde. Dromerig
keek hij van de een naar de ander en zijn blik zette zich tenslotte vast op de
kustvaarder. 'Moara' heette het ding. Waarschijnlijk een Liberiaans vrachtscheepje.
Nieuwsgierig geworden door hetgeen hij in het boek had gelezen probeerde hij zich
voor te stellen hoe hij de twee schepen zou laten botsen. Het vergde natuurlijk een
ontzettende konsentratie. Inwendig grinnikend om deze flauwekul kon hij het toch
niet laten om toe te geven aan zijn gevoel. Hij richtte zijn blik strak op het
scheepje en bleel< konstant denken: 'Botsen, botsen'.
Het kostte even moeite zich te blijven konsentreren omdat hij steeds afgeleid werd,
maar na korte tijd ging het beter. De twee schepen naderden elkaar nu op 200 meter.
'Botsen, botsen', hamerde het in z'n hoofd.
Op de brug van de kustvaarder stond de roerganger verveeld voorzich uitte kijken.
Achter hem stond de loods schuine bakken te vertellen tegen de stuurman in een
soort Engels waar de honden geen brood van lusten. De stuurman begreep er de
helft maar van en lachte uit beleefdheid maar mee.
De radiotelegrafist kwam binnen en duwde hem een telex onder z'n neus.
'Stoppen en wachten op nadere orders. Bestemming veranderd. Lading
onderhands verkocht. Groeten'.
Na overleg met de loods gaf hij de roerganger opdracht de koers te verleggen en
voor anker te gaan buiten de vaarroute.
Het schip voer nu halve kracht en kwam dwars te liggen op de stroom.
Door de storm van de laatste dagen was er een zware zeegang ontstaan op de'
Noordzee die zorgde voor een enorme stuwing in de monding van de Schelde.
Doordat de boot het tij mee had zorgde én deze stuwing én het feit dat langzaam
werd gevaren ervoor, dat hij plotseling uit z'n roer liep. Het schip was in één keer
onstuurbaar geworden. De stuurman voelde het gevaar en schreeuwde naar de
roerganger: 'volle kracht achteruit', maar het was al te laat. Met een daverende klap
en een scheurend geluid boorde de neus van de tanker zich midden in de
kustvaarder, die vrijwel onmiddelijk zonk. Ook de tanker maakte water en vanuit
Vlissingen schoten de sleepboten van de firma Aasgier te hulp om het kontrakt te
bemachtigen.
De jongen op de boulevard zat volkomen verstijfd de gebeurtenissen te volgen.
Pas toen de sleepboten als mieren rond de tankerzwermden schudde hij zijn hoofd
alsof hij wakker wilde worden en stond moeizaam op. 'Dit doe ik nooit meer',
mompelde hij in zichzelf. 'Dit is me te link'.
Raats