Gesol met
buitenlanders
Het zal bekend zijn dat buitenlanders door
de taal- en cultuurbarrière meer hulp nodig
hebben om vertrouwd te raken met de
manier van leven in Nederland dan
anderen. In Zeeland maakte de Stichting
Welzijn Buitenlandse Werknemers deze
groep wegwijs. Maakte, want de stichting
bestaat in feite sinds september 1983 al niet
meer. Het ministerie van Welzijn, Volks
gezondheid en Cultuur wilde wel weer twee
consulenten voor buitenlanders aanstellen,
maar er ontbrandde onmiddellijk een strijd
tussen instellingen voor maatschappelijk
werk die deze functie wel wilden inlijven.
De buitenlanders zijn de dupe van deze
belangenstrijd en moeten het dan ook nog
steeds zelf uitzoeken.
De oorzaak van de onverkwikkelijke gang
van zaken moet niet alleen bij de
instellingen worden gezocht, ook het
ministerie van WVC treft flink wat blaam.
Het ministerie voert een politiek van
integratie. Dat valt af te leiden uit de eis
van WVC dat de twee consulenten niet
direct voor buitenlanders zouden mogen
werken. Zij zouden het personeel van alle
mogelijke instellingen moeten leren hoe zij
de buitenlanders verder kunnen helpen.
De buitenlanders in Zeeland raken kortom
hun eigen instelling definitief kwijt. Bij de
Stichting Welzijn Buitenlandse Werkne
mers konden zij destijds wel terecht, nu
zouden zij dus naar Nederlandse instel
lingen moeten gaan. Je kunt het een dwang
tot aanpassen noemen.
Verenigingen van buitenlanders (zo onge
veer van elke nationaliteit met voldoende
aanwezigen in Zeeland bestaat een vereni
ging) zijn tegen dit plan gekant. Zij zeggen
dat de meesten van hun mensen de weg in
de wirwar van instellingen totaal niet
kunnen vinden. Bovendien vinden zij dat
deze instellingen zeker voor buitenlanders
niet bepaald toegankelijk zijn. Het gebouw
van de stichting welzijn in Vlissingen
daarentegen wist iedere buitenlander wel te
vinden.
De verenigingen zouden dan ook graag
zien dat er weer zo'n centraal hulpverle
ningscentrum kwam, waar de twee consu
lenten de buitenlanders direct zouden
kunnen helpen. Maar, zoals uit het
voorgaande blijkt, het ministerie ziet daar
geen heil in. De heer de Mooy van het
WVC-bureau in Middelburg zegt de pers
van het ministerie niet te woord te mogen
staan. Dan de vraag maar gesteld aan de
afdeling voorlichting van het ministerie.
Waarom wil WVC niet tegemoet komen aan
de wens van de buitenlandse verenigingen in
Zeeland?
De heer Bükmann: 'Vanaf 1 januari 1985
gaat de decentralisatie van start. Alle
gemeenten moeten vanaf die datum zelf de
directe hulp aan buitenlanders gaan
verzorgen. Dus WVC heeft er niet meer
mee te maken.'
Wie bepaalt zoiets eigenlijk?
Bükmann: 'De plannen tot decentralisatie
zijn op het ministerie uitgewerkt. De
tweede kamer moet vervolgens de plannen
goedkeuren.'
Dus de tweede kamer is hiervan op de
hoogte?
Bükmann: 'Nee. Het moet nog door de
kamer. Maar we verwachten geen grote
weerstanden.'
Krijgen de gemeenten geld voor de decentra
lisatie?
Bükmann: 'De gemeenten moeten een plan
opstellen over de manier waarop zij de
directe hulp aan buitenlanders vorm
zouden willen geven. Dit plan moet aan
een aantal criteria voldoen. Op het
ministerie wordt dan gekeken of het plan
gehonoreerd kan worden.'
In de praktijk betekent dit vrijwel zeker dat
de buitenlanders hun hulpverleningscen
trum wel kunnen vergeten. Zo'n centrum
zou in één gemeente moeten komen, maar
meer gemeenten zouden moeten meedoen.
En in gezamenlijke regelingen zijn Zeeuw
se gemeenten nooit goed geweest. Neem de
drughulpverlening van het Huiskamerpro
ject in Vlissingen. De ene na de andere
gemeente liet het afweten om Vlissingen
voor de centen te laten opdraaien.
De buitenlanders zullen dus naar Zeeuwse
instellingen moeten. De Vereniging van
Instellingen voor Maatschappelijke
Dienstverlening in Zeeland heeft in
december een advertentie geplaatst voor de
vacature van een consulent. Hij mag de
instellingen buitenlandervriendelijker ma
ken.
Mogelijk komen de eerste hulpvragen wel
van de verenigingen van buitenlanders. Zij
moeten nu zonder hulp begrotingen en
activiteitenplannen maken om in het
welzijnsplan van de gemeente (anders
krijgen ze geen subsidie) te worden
opgenomen. Het zal de aanpassing onge
twijfeld allemaal flink versnellen. Maar of
dit soort dwang de verhouding tussen
buitenlanders en Zeeuwen zal verbeteren,
is de vraag.
Ron de Meyer
8