Nimwegen, een mirakelspel uit het begin van de 16e eeuw, geschreven: "Wachermen, tijte!" (vers 76, editie Kruyskamp). De betekenis van deze uitroep is zoiets als "Och arme, kuiken!" Het is een benaming die in dit geval spottend bedoeld is. Goudhaantjes en kippen Debrabandere schrijft in zijn etymologisch woordenboek dat tietje of tieterke in het Brabants ook 'goudhaantje' kan betekenen. Een goudhaantje is de kleinste inheemse zangvogel, waardoor men denkt dat dat tietje afkomstig zou kunnen zijn van het woord petietje, oftewel 'kleintje'. De verwijzing naar het woord petietje zou eventueel ook een verklaring kunnen zijn voor tietje in de betekenis van 'kuikentje', maar even goed is ook de benaming voor goudhaantje klanknabootsend. Een andere naam voor het goudhaantje is immers pieperke. En dat lijkt ons toch de meest voor de hand liggende etymologie voor tiet. Kieken Een ander veelgebruikt dialectwoord voor 'kuiken' in Walcheren, Noord-Beveland en Zeeuws-Vlaanderen is kieken. Kieken is een oorspronkelijk Vlaamse variant voor het 'jong van een kip'. Het wordt er ook gebruikt als scheldnaam voor een dom persoon. Het oorspronkelijke woord kieken voor het 'jong van een kip' werd in de Oost- en West-Vlaamse dialecten stilaan de naam voor 'kip' (als soortnaam) onder invloed van de Brabantse dialecten waar kieken wel 'kip' betekent en betekende. In de Zuid-Nederlandse dialecten is kieken nu nog altijd zeer algemeen in de betekenis van 'volwassen hoen' en in mindere mate voor 'jong hoen'. In Zeeland was het halverwege de vorige eeuw duidelijk nog de naam voor een kuikentje in een groot deel van de provincie. Kieken bleef bewaard in de dialecten, hoewel dikwijls in een andere betekenis 'kip', kuiken werd het standaardtaalwoor voor 'jong van de kip'. Ook kieken en kuiken zijn wellicht klanknabootsende woorden. Slot De Zeeuwse dialecten zijn een echte schatkamer, zoals u kunt zien en lezen. We hopen dat onze ambassadeurs zowel kakkernisje als tieken (en hun varianten) vaak gebruiken en er op die manier voor zorgen dat ook jongere Zeeuwen nog lang zullen weten wat deze woorden betekenen en ze misschien ook nog wel eens als liefkozende term zullen gebruiken. KUIKEN (Woordenboek der Zeeuwse dialecten) tieken, tiek(]e) Q tjoek(en), tjoekje tpepje, siepje m tietfje) r£i kieken Bronnen: Debrabandere, F. (2005) Oost-Vlaams en Zeeuws-Vlaams Etymologisch Woordenboek Debrabandere, F. (2007) Zeeuws Etymologisch Woordenboek www.etymologiebank.nl https://onzetaal.nl/taaladvies/als-een-tiet www.wnt.inl.nl (Groot Woordenboek der Nederlandsche Taal) www.zeeuwsewoordenbank.nl (Woordenboek der Zeeuwse Dialecten en Supplement) Dialectbenamingen voor 'kuiken'op basis van het Woordenboek der Zeeuwse dialecten. Kaart getekend door Anneli Kolijn en Veronique De Tier met het ISB-kaartprogramm van het Woordenboek van d Vlaamse Dialecten.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2020 | | pagina 18