Nehalennia zomer 2020 nr. 208 Helmgras en duindoorns hielden het zand vast en de mensen uit de buurt spraken weldra van de nieuwe dune. In mijn jeugd was dat gebied een paradijsje voor duunke- nientjes. De sloot langs het bouwland stond vol met riet, waarin veel vogels hun nest bouwden en voedsel vonden. Tot omstreeks 1924 stond er dikwijls veel water in dat ach terste deel van dat voormalige poldertje van Melles 'Oek. Daarom werd er een straole buzen gelegd door het Napo- leonsdiekje naar de Tienhonderdpolder, waardoor het op pervlaktewater werd afgevoerd. Toch bleef het een nat deel van 't poldertje en daarom was het alleen maar geschikt voor wei. Vanaf de dwarssloot werd er hos in gezaaid. Izaak du Bois, een paardenhandelaar uit Bresjes, pachtte deze wei. Laurencius Rijks pachtte het grootste deel van het poldertje tot 1934. Na het vertrek van Lau Rijks ble ven de gebouwen een jaar leeg staan. Toen kwam hier de familie De Putter. Bij de Nolle stond een watermolentje en daarop werd Pieter de Putter molenaar. Pieter scheurde de weie, roeide de meidoorn'aoge tussen de vroegere wei en het bouwland en hij zaaide in 1936 alles met tarwe in. Het jaar daarna werd het molentje gesloopt. In die tijd groeide op het schorre voor de Zwartepolder nog volop van die lekkere zilte groente, die de bewoners van deze streek kenden onder de naam van zouterik. Heel veel mensen trokken hier het schorre in en sneden met een kaopermesje deze welkome groente, die bij veel men sen in het voorjaar de middagpot sierde. Al of niet met een kripp d'r bie. 't Napoleonsdiekje Op de scheiding van de Zwartepolder met de Tienhon derdpolder ligt het zogenaamde Napoleonsdiekje. Op 23 september 1812 kwam de grote Franse keizer hier zijn troepen inspecteren. Door dit dijkje is later een straole buzen gelegd naar de sloot in de Tienhonderdpolder om het oppervlaktewater af te voeren. Ongeveer één derde deel van dit poldertje werd weiland, dat (zoals we al eerder schreven) op het laatst bij de familie De Putter in gebruik kwam. Terug naar Napoleon op die merkwaardige septemberdag. Hij kwam van de Noorddijk op zijn wit paard aangereden en genoot zichtbaar van het prachtige uitzicht over de ge ïnundeerde Zwartepolder. Verderop, bij de Hoogte stond nogal wat volk. De toegestroomde buurtbewoners keken hun ogen uit toen ze de grote veldheer over de dijk zagen komen aanrijden. Nu liepen op dat moment een paar gespende veulens in de wei naast de dijk. En die trokken de aandacht van dat witte sierlijke paard waarop de keizer reed. Eén van de veulens kwam wel heel dichtbij, waarop een man uit de omstanders riep: "Oppassen mee da veulen, strekjes schiet de Keizer 'em nog dood." Dat was gelukkig niet het geval. De keizer reed rechtop zittend langs de Ke- zandtenaors de dijk af en vervolgde zijn weg in gezelschap van enige hoge militairen. Op de Hoogte bleef het volk nog meer dan een uur saomengeklont, napratend over dit groot moment.2 En geloof maar dat jaren daarna nog over dit hoge bezoek aan De Hoogte werd gesproken... We gaan naar 1937. In dat jaar kwamen arbeiders van de firma De Bokx uit Terneuzen naar de Zwartepolder om er sloten te delven. Dat ging in die tijd natuurlijk met de hand. Mannen met spaden en kruiwagen veranderden het landschap. In de vroegere Van Melle's diek kwam een nieuwe duiker die werd gemetseld door de Cadzandse aannemer Mabelis. Dat was dus in de dijk tussen een deel van de Zwartepolder en het poldertje van De Bruin. In een lager gedeelte werd met schuiers grond gekruid naar een Een veulentje in de weie 11 Drukte in de haven van Philippine

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2020 | | pagina 13