eenkomsten. Op 12 oktober 1915 bezocht Vorsterman als
algemeen secretaris van de ZLM daarom een vergadering
van het Nederlandse Landbouwcomité in Den Haag, waar
problemen met betrekking tot de export van suikerbie
ten besproken werden. Tijdens de vergadering werd hij
onwel.6 Hij liet daarop naar thuis telegraferen met het
verzoek aan zijn huishoudster om hem in Vlissingen af te
halen. Na de treinreis vanuit Den Haag was hij zodanig
ziek dat hij per draagstoel naar hotel Zeeland aan de Prins
Hendrikweg gebracht moest worden, waar hij overnachtte.
Ook de daaropvolgende ochtend7 weigerden zijn benen,
zodat hij - opnieuw per draagstoel - naar de provinciale
veerboot gebracht werd. Na de overtocht nam hij in Bres-
kens de tram naar Aardenburg om vervolgens, in plaats
van naar bed, direct weer aan de slag te gaan. Aan het
einde van de middag zakte hij in elkaar. Enkele uren later
overleed hij, 79 jaar oud.8
Reacties op Vorstermans overlijden,
14-16 oktober 1915
In reactie op zijn dood verschenen in vele kranten necro
logieën. Alle gaven hoog op van zijn kunde, gedreven
heid, betrokkenheid en betekenis voor in het bijzonder de
Zeeuwse landbouw. Enkele citaten mogen dit illustreren:
'Te Aardenburg is een man, overleden die door zijne veel
omvattende kennis, zijn nooit rustende werkzaamheid,
verre buiten de grenzen van ons gewest met eere genoemd
wordt. In zijne werken op velerlei gebied tot aan de
avonds zijns levens blijft hij een voorbeeld voor anderen,
ook in vastheid van beginsel in matigheid van levenswijs.'9
'Velen zullen het heengaan van den heer Vorsterman van
Oyen betreuren daar hij een man was van grooten werk
kracht die veel heeft gedaan voor de ontwikkeling van
landbouw en veeteelt in onzen Provincie.'10 'Zijn heengaan
zal vooral in landbouwkringen nog lang gevoeld worden,
want zulke menschen zijn zeldzaam en hunne plaatsen
kunnen moeilijk waardig ingevuld worden.'11
Ook de vele organisaties waarin Vorsterman van Oyen
actief was, stonden stil bij diens verscheiden, zoals de regi
onale afdelingen van de Algemeene Handels Voorwaarden
en "zijn" Vrijzinnige Democratische Bond.12
Begrafenis, 16 oktober 1915
Dergelijke lofuitingen werden ook gesproken tijdens
Vorsterman Oyens begrafenis op 16 oktober 1915. De
bijzetting vond plaats op de algemene begraafplaats aan
de Landstraat te Aardenburg. De baar met het stoffelijk
overschot arriveerde daar om drie uur in de middag en
werd gevolgd door een grote stoet familieleden, bekenden
en collega-bestuurders. Onder hen bevonden zich jhr.
R. Muralt, zijn opvolger voor het district Oostburg in de
Tweede Kamer, leden van Provinciale Staten, leden van de
Zeeuwsche Landbouw Maatschappij, de rijkslandbouw-
inspecteur, afgevaardigden van tal van verenigingen waar
Vorsterman van Oyen bestuurslid of gewoon lid van was.
Ook vele Aardenburgers (voor hen was hij "meneer van
Oyen"13) maakten van de gelegenheid gebruik afscheid te
nemen van hun gevierde stadsgenoot.
De eerste spreker was Tweede Kamerlid, de reeds genoem
de Muralt, die meedeelde namens de minister van Land
bouw, Handel en Nijverheid14'hulde te [willen] brengen
aan de nagedachtenis van een uitnemenden staatsburger,
die Zooveel heeft gedaan in het bijzonder op het gebied
van den landbouw.'15 Vervolgens spraken vertegenwoor
digers van onder andere de ZLM) en de coöperatieve
Boerenleenbank, en verscheidene burgers op persoonlijke
titel. De spreekbeurten werden besloten door een dank
woord namens de familie van Rudolphe Vorsterman van
Oyen, de oudste zoon van de overledene en kapitein in het
Koninklijk Indisch Leger,16 voor de gesproken woorden en
de aanwezigheid van velen.17
'Nagedachtenis en huldiging', 1915-1920
Niet lang na Vorstermans begrafenis namen enkelen het
initiatief om "iets" te realiseren bij wijze van blijvende
herinnering en eerbetoon. Wanneer dit gebeurde is niet
helemaal zeker, wellicht tijdens een vergadering van de
Z.L.M. in Middelburg, eind november 1915,18 toen stil
gestaan werd bij het overlijden van de man, die jarenlang
het maatschappij secretariaat had gevoerd. In ieder geval
vormde de Z.L.M. uit haar midden in de personen van
dhr. Mol en Welleman een "Commissie ter nagedach
tenis en huldiging van G.A. Vorsterman van Oyen."19
Ook andere landbouwcoöperaties deden mee, zoals de
Maatschappij ter Bevordering van de Ooft- en Tuinbouw,
afdeling Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen.20 Of de ge
dachten al direct uitgingen naar een gedenkteken is niet
bekend, maar het heeft in ieder geval vijf jaar geduurd
voordat zulks onthuld kon worden. Dat had ongetwijfeld
te maken met de oorlog, die van eind 1914 tot medio
1918 op slechts 100 km van Aardenburg werd uitgevoch
ten (en in oktober 1918 op slechts een paar km afstand
passeerde). Bovendien was het monument van Vorster
man het eerste in West-Zeeuws-Vlaanderen. Dit gebrek
aan ervaring, hoe zoiets aan te pakken, heeft mogelijk
eveneens tot vertraging geleid.
Tot slot kostte het bij elkaar krijgen van de benodigde
gelden in deze periode van wereldoorlog, algemene verar
ming, schaarste en vervoersproblemen uiteraard de nodige
tijd. Niet onbegrijpelijk verloor juist in deze periode van
onzekerheid de Z.L.M., waarvan Vorsterman van Oyen
jarenlang onvermoeibaar secretaris geweest was, tijdelijk c.
15% van haar leden.21 Desondanks doneerden de leden ro
yaal aan een speciaal opgezet Vorsterman van Oyen-fonds
en kon in maart 1920 de opdracht gegund worden.
Aanvankelijk was het idee om het gedenkteken te plaatsen
bij Vorsterman van Oyens graf. Later werd nog gesproken
van Oostburg (hij was van 1909-1913 Tweede Kamerlid
voor het district Oostburg), maar uiteindelijk werd het de
Markt van Aardenburg.
De eer een gedenkteken te mogen maken viel te beurt aan
de Zeeuwse kunstenaar Pieter Puijpe.
Puijpe
Pieter Puijpe werd geboren op 13 september 1874 in Oost
Souburg en overleed op 31 oktober 1942 te Apeldoorn.
Zijn vader, eveneens Pieter geheten, was een van de be
kendste snijdeSrs van Zeeuwse mesheften. Van hem leerde
Pieter jr. het "snikkeren" en het kunstzinnig modeleren en
omgaan met materiaal. Henri Tutein Nolthenius, de bur-