ZEEUWSE DIALECTEN m WOORDENBOEK DER 9 aat van de Stichting waar. In het jaar 2005 volgde ik mijn collega in die hoedanigheid op. Maar al gauw liep ik tegen mijn beperkingen aan. Ik bezat totaal geen secretariële vaardigheden. Ik zat daar als enige bij het bestuur in werktijd bij, en ik had het beschamende gevoel er niets van terecht te brengen. De bibliotheek was prima in staat secretariële ondersteuning te bieden, maar niet in mijn persoon. Er zijn beroepsmatige secretaresses in dienst, die precies weten hoe en wat. Ik legde dit aan het bestuur voor, en Kees Martens die meer ervaring had, was gelukkig bereid deze functie over te nemen. Omdat ik zelf zeer begaan was met streektaal, en omdat ik vond dat de bibliotheek vertegenwoordigd moest zijn, bleef ik wel aan als bestuurslid. Ik zag mezelf meer als adviseur. Na een aantal jaren kwam de positie van voorzitter plotseling vacant. Ik vond toen dat de bibliotheek haar verantwoor delijkheid moest nemen, en heb de hamer overgenomen. Ter gelegenheid van enkele jubilea van de Dialectvereni ging hebben we in de bibliotheek inhoudelijke waarde volle en goed bezochte symposia kunnen organiseren. Sprekers waren personen van Zeeuwse afkomst die in het maatschappelijke, kunstzinnige of wetenschappelijke veld naam gemaakt hadden. Zij slaagden erin om in streektaal een uiteenzetting over hun werk te geven. Hier hoefde de Stichting weinig meer te doen dan organiseren en zorgen dat alles in goede banen liep. Vanuit onverwachte hoek deed de heer Joop van den Bre men een beroep op ons om een heel nieuw initiatief vorm te geven. Elders in Nederland en België werden muziek festivals georganiseerd waar het gebruik van dialect vereist werd. Er waren in Zeeland wel diverse artiesten en bands actief, maar ze waren nog niet zozeer met elkaar in ver band gebracht. Zeker het idee van een wedstrijd, met een juryprijs en een publieksprijs, was nieuw. We hebben dit festival onder de naam 'Zing Zeeuws' vijf keer in diverse vormen samen met externe partners georganiseerd. De locaties waren Kapelle, Heinkenszand, Ovezande, Terneu- zen en Zierikzee. Op min of meer dezelfde manier kregen we verhalen- en gedichtenwedstrijden van de grond. Schrijvers en dichters hebben hun werken voorgedragen in Sint-Maartensdijk, Zaamslag, Brouwershaven en Ellewoutsdijk. Het waren blijde en mooie gebeurtenissen met talentvolle sprekers en een betrokken, maar helaas soms niet erg talrijk publiek. Wij hebben geprobeerd de evenementen zoveel mogelijk over het taalgebied te verspreiden. Het bleek echter dat velen niet zo gauw naar een ander eiland zullen gaan om op te treden, en nog minder om alleen maar te luisteren. Wij hebben wel verschillen tussen de verschillende land streken ervaren. In Zeeuws-Vlaanderen liepen de activi teiten het beste. De bijeenkomsten brachten behoorlijk wat publiek op de been en hadden een feestelijk karakter. Op Zuid-Beveland maakten wij aanvankelijk de fout door naar locaties te gaan die zeker een jonger publiek niet aanspraken. Van Schouwen-Duiveland begrepen wij dat men dialect daar vooral als een huis-, tuin- en keuken aangelegenheid ziet, en dat men minder gauw bereid is het in de openbare ruimte te gebruiken. Graag waren wij naar Goeree-Overflakkee gegaan. Ook daar worden zeker particuliere initiatieven uitgevoerd. Maar men is niet zo geneigd de taalkundige band met Zeeland te zien. Uitwisseling tussen de noordelijke en de zuidelijke helft van het totale werkgebied verloopt nogal eens moeizaam. Over het algemeen is de saamhorigheid tussen bewoners van de verschillende Zeeuwse eilanden, niet alleen be woners van oudsher maar ook nieuw gevestigden, soms moeilijk te vinden. De verschillen in dialect, en het feit dat er geen standaard schrijfwijze is, spelen daar een rol bij. In provincies als Friesland of Limburg lijkt men dergelijke verschillen makkelijker te kunnen overbruggen. Zeeuwen hebben schroom om de taal die ze thuis spreken, buiten de deur te gebruiken. Dat zie je ook in bedrijven, waar col lega's die thuis plat spreken, elkaar op het werk alleen in wat zij zien als standaard Nederlands benaderen. In het bestuur van 'De Zeeuwse Taele' deden wij ons best Nehalennia winter 2019 nr. 206 ons niet te laten afschrikken. Wij spraken dapper Goerees, Zuid-Bevelands en Zeeuws-Vlaams dooreen. Dat was ook in overeenstemming met onze opdracht en onze inzet. Wij keken rond in de samenleving aan welke activiteiten er behoefte kon ontstaan, en probeerden daarop in te gaan. Gaandeweg werd de rol van Véronique De Tier, streek- taalconsulente van de SCEZ, steeds belangrijker. Zij had de nodige ervaring met het opzetten van projecten. Zij beschikte over maatschappelijke contacten zoals subsi diegevers en sponsoren. Op den duur was zij als welkome deskundige vrijwel bij alle besprekingen en vergaderingen aanwezig. Wij voelden ons wel eens bezwaard als zij weer iets geregeld had, wat wij eigenlijk hadden moeten doen, maar niet bij machte waren. Wij vreesden ook dat wij een buitensporig beroep op haar tijd en energie deden. Want onze rol veranderde gestaag. Van een soort feest commissie werden wij een werkgroep die vooral subsidie verzoeken moest indienen. Veel administratief werk. Het vragen om financiële ondersteuning is in onze samenle ving zo ingewikkeld geworden, dat er zelfs professionele bureaus bestaan die je daarbij kunnen helpen. Bij niemand van ons lag daar echter ons hart. Wij wilden vooral leuke dingen met dialect doen. Op het einde van de rit maakte zich een zekere vermoeidheid van ons meester. Ten tijde van de opheffing (15 mei 2018) bestond het bestuur uit de volgende personen: ondergetekende was voorzitter (Zuid-Beveland), Geertje Jansen was secre taris (Schouwen), Cees Heule was penningmeester (Duiveland), en leden waren Pau Heerschap (Goeree), Cathrien Kole (Zuid-Beveland) en Rinus Willemsen (West Zeeuws-Vlaanderen). De zevende bestuurszetel was va cant. We hebben de Stichting samen met Véronique De Tier in goede harmonie en zelfs met gezelligheid afgerond. Wat verwacht ik nu in de toekomst? Na de streekdrachten worden nu ook de dialecten langzamerhand in het kabinet van de geschiedenis gezet. Maar, wel een kabinet waarvan de deurtjes en de schuiven open staan. De huidige en de voorgaande generaties hebben ervoor gezorgd dat alles zoveel mogelijk geregistreerd en gedocumenteerd is. Wel licht zullen toekomstige generaties, die de dagdagelijkse spreekvaardigheid van het dialect niet meer beheersen, nog wel afzonderlijke woorden en zegswijzen uit de la pakken en op voor hen eigentijdse manier hergebruiken. Zoals het boerengoed uit het straatbeeld verdwenen is, maar bij bijzondere gelegenheden toch weer tevoorschijn komt: in de geest van Zeeuws meisje 2019, de populaire "gelijkheid"-posters van het Antidiscriminatiebureau met een authentieke jonge Walcherse boerin in kleurige dracht. Zo zullen misschien ook Zeeuwse uitdrukkingen in de toekomst hergebruikt worden. Naschrift: Het archief van de Zeeuwse Taele is overge bracht naar het Zeeuws Archief in Middelburg, waar het na inventarisatie te raadplegen is. 8 Publiek tijdens een bijeenkomst DHL KKf.RU EN BOEKHANDEL VAN VELZEN B.V. KRABBBNDUKE

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2019 | | pagina 6