dialecten hier de bezoekers een kop thee aan en voor de mannen was er een sigaret. De schooljeugd werd getrakteerd op een stuk kwatta en een beker melk. Dat smaakte. Nadat de consumpties genuttigd waren, riep dirigent Ko Perduijn zijn muzikanten bij elkaar. "Me gaon naor uus", zei hij. Het gezelschap stelde zich op en vrolijk spelend ging het huiswaarts. Jan de la Vienne, de tamboer, had er zijn plezier in en zorgde voor het tempo. Izaak Risseeuw - Brakman had ondertussen zijn vos in gespannen, de kar was weer geladen met de kwebbelende vrouwen en zo ging het naar Zuidzande. Achter de wagen hep uitgelaten de Zuidzandse jeugd. En ik? Ik pakte mijn fiets met surrogaatbanden en reed langs de houten blok wagen tot naast de voerman die op de mule van de korte dissel zat. In Zuidzande aangekomen, stopte de wagen op het Kerk plein. Daar stapten de meeste vrouwen af. Alleen Janneke Verdouw reed verder mee, tot aan haar huisje in de Maria- weg. Vervolgens reed Izaak Risseeuw - Brakman met een lege wagen naar zijn huis in het Kokerwegje. In de nood stal lag een verse klatte klavers op het paard te wachten. De andere dag kwam Janneke Verdouw bij mijn moeder langs om te praten over die schöóne dag, daar in Oostburg. Met dank aan: Archief Gemeente Sluis Familie Verhage Familie Verstraate Adoptiewoorden garine', aveceerschoenen 'te grote schoenen, aveceerbezem 'grote bezem' en aveceerpatinen 'klompen waarop je vlug kunt lopen'. In het Supplement op het Woordenboek der Zeeuwse Dialecten vinden we uitdrukkingen als Die af- fecêêr zijn eigen nie 'die maakt zich niet druk of voert niet veel uit' of Ik kan me nie mi goed affecêêreik kan niet goed meer uit de voeten'. Ook het woord avans avance) hangt hiermee samen. Avans wordt meestal gecombi neerd met het werkwoord maeken/maoken. Het wordt in heel Zeeland gebruikt. In Zeeuws-Vlaanderen is ook de iets langere vorm avansie maoken ofavansatie maoken bekend. Dat ze in Breskens oproepen om je wat te haasten, hoeft niet te verbazen zoals blijkt uit de voorbeeldzin in het woordenboek: Je mocht wel is avans maoken, over vuuf menuten gaot de bóót. Soms zegt men dat iets gêë avans is. Volgens het Zeeuwse woordenboek betekent het: 'zo gaat het niet, zo moet je 't niet doen' of 'dat is geen manier van doen'. In het Supplement wordt er nog aan toegevoegd 'het is onbegonnen werk'. Deze laatste betekenis is ook in Vlaanderen bekend. Stuutemaele is een samenstelling van stute 'boterham' en male 'reistas'. Het is dus het Zeeuwse woord voor een bo terhammenzakje. Het stuutemaaltje is vooral bekend op de Bevelanden en op Schouwen. Elders heet het stikkezakje of stutezakje. De stute moet oorspronkelijk een homp geweest zijn, afge leid van het werkwoord stuiten 'afknotten, korter maken'. Een stute was een klein broodje, gebakken van een afge knot stukje deeg. Het woord stute of stoete is in heel veel dialecten in Nederland en Vlaanderen bekend. Veronique De Tier Heeft u ook een voorkeur voor een bepaald Zeeuws dia lectwoord, waarvan u denkt dat het niet mag verdwijnen? Grijp dan nu uw kans en zend het in bij de Zeeuwse Dialect Vereniging. Als u 5 betaalt, wordt u de trotse ei genaar van de oorkonde met het addoptiewoord erop. De enige plicht die eraan verbonden is, is dat u het woord zo vaak als mogelijk gebruikt om het eventueel nieuw leven in te blazen. In deze rubriek vertellen we u welke woorden al geadop teerd werden en geven we daar wat uitleg bij. In de eerste bijdrage bespreken we de woorden affesere en stuutema- eltje. Het eerste is geadopteerd door Teunie Wessels, het tweede door Joos Heerebout-Gelderblom. Bij stutemaeltje hoort nog de opmerking: "Ik gebruke nie alleen het woord - het is ook om het voorwerp te gebruiken in de strijd te gen het plestiek, de reden a 'k dit woord ekozen Affesere Affesere is een werkwoord dat 'voortmaken, opschieten' betekent. Het is afgeleid van het Franse werkwoord avan- cer, dat in een groot deel van de Vlaamse en Nederlandse dialecten bekend is. Het Frans heeft avancer zelf uit het Latijn gehaald. In Zeeland hoor je onder andere mee d'aveceerders voor 'te voet'. In samenstellingen staat het in aveceerbeuter 'mar- Male zelf wordt ook in Vlaanderen gebruikt voor allerlei tassen: een reiskoffer, een rugzak, een broekzak en zelfs een binnenzak. Het woord bestaat al lang in het Neder lands. Kiliaan heeft het al over een maele 'reistas'. Het woord is ook bekend in andere talen. Het Franse malle is ontleend aan het Frankisch. Uit het Oudfranse male is dan weer het Engelse mail ontstaan. Behalve stuutmale of stuutemaele is in Zeeland ook schooiersmale 'bedelzak' bekend. Male in de betekenis van reiszak is zo goed als verdwenen, maar het was bekend op de Bevelanden, in Zeeuws-Vlaanderen en op Tholen. De reiszak was meestal van zwart fluweel, met een kwastje (in het Zeeuws poe- OORKONDE WOORDENBOEK DER ZEEUWSE Nehalennia winter 2019 nr. 206 zeltje) van verschillende kleuren wol aan de onderkant gesloten met een zwart touw, dat door de hals van de zak was geregen. Er bestaan ook enkele uitdrukkingen zoals Ie ei nie fee in z'n maele 'hij heeft verstandelijk niet veel bij te zetten' of Je kunt'nje maele nie meegeve 'je kunt hem niet vertrouwen'. Bronnen Debrabandere, F. (2007) Zeeuws Etymologisch Woorden boek. Jobse-Van Putten, J. (1980), 'n Brood isginnen stoeten. Taalgeografisch onderzoek naar broodnamen in Nederland, Amsterdam. www. etymologiebank. nl. www.zeeuwsewoordenbank.nl (Woordenboek der Zeeuwse Dialecten en Supplement). www.zeeuwsewoordenbank.nl Volkskunde In de vorige Nehalennia stond een artikel over de Zeeuwse bolus. Via ons lid Jopie Meerman uit Tholen, kwamen we in het bezit van een ode, een lofdicht, op deze lekkernij. Ode aan de bolus Waar werd oprechter smaak, in warme bakkerszaak ter wereld ooit gevonden? Tot 't symbool der eeuwigheid die mij de tonge vleit als satan Eva bij de eerste zonde. O symphonie van suiker, boter ende meel hoe zoet beroert de geure van kaneel. Mijn neus, mij loopt het water in de mond zodra mijn oog de lekkernij ter tafel vond. En and're naam als Zeeuwse drol of jikkemien wil ik u niet gegeven zien; als bolus ken ik u, als bolus bruin en pront. Kent gij 't verhaal der Zeeuwse boerenzoon die d'ouderlijke stee verliet om metterwoon in Flevoland een hofstee te besturen. En zich per maand, een dertig bolussen het sturen die hij bewaarde in zijn diepvrieskist zodat hij zich nooit zonder wist. En hij die band met Zeeland sterk hield in de duist're winteruren. O Bolus, ieder roemt uw zoete aard, geen babbelaar die evenaart uw faam in Nederland. Zo schrijf ik dan, met kleverige hand, zoals ik u het liefste voor mij zie gebracht. Vers van de bakker, stroperig, bruin en zacht, met een dun laagje zoute boter op d'n achterkant. In de Nehalennia die we als laatste ontvingen schreven Jeanine Dekker en Veronique de Tier een artikel 'Van Jik- kemienen en draoiommen.' Nu had ik heel lang in mijn 'archief' een gedicht Ode aan de bolus. Geschreven door ene meneer Joost Drenth, die zoals hij zelf schreef, daarmee Joost van den Vondel, een ode bracht. Alles keurig in AN. Nu ken ik die meneer niet. Joost van den Vondel wel natuurlijk, maar meneer Drenth niet. Wie weet kom ik er nog weieens achter. Toen ik het verhaaltje Rinus Willemse stuurde, vond hij het wel leuk dat ik dit tijdens de Dialectdag met jullie zou delen, en hij zou het in de komende Nehalennia plaatsen als aanvulling op het verhaal over dit streekgerecht. Het leek mij echter hier meer op zijn plaats om mijn eigen draai (wel toepasselijk i.v.m. de bolus) aan die Ode te ge ven, dus op zijn Thools! Ode aan de bolus (Thools) Waer wier oprechter smaek in werreme bakkerszaek ter weêreld oait gevonde. As 'n symbool van d'eêwigheid die mien de tonghe vleit, as de duuvel bie Eva, d'r eêste zonde. O symphonie van suuker, butter en van meel, oe zoete raekt die geure van kaneel mien neuse, mien loapt 't waeter in de mond zo gauw mien oage al dat lekkers op de taefel vond. Een and're naem als Zeêeuwse drol of Jikkemien wil ik joe nie gegeven zien. As bolus ken ik joe, als bolus, bruun en pront. Kennen julder 't verhael van die Zeeuwse boerezeune die t'ouwerlukke spul verliet om elders te gaen weune Om in Flevoland een hostie te besturen En eêns per maend liet ie dertig bolussen sturen en die bewaerden ie in z'n diepvrieskist. Zodat 'ie 's zaterdags noait z'n bolus ei gemist. En ie de band mit Zeeland vast' ieuw in de duustre winteruren. O bolus, iedereên roem joe zoete aerd. Geen babbelaer die evenaert joe faam in Nederland. 25 Als mooiste Dialectwoord kies ik Ik verklaar dat ik dit woord minstens één keer> per weck /al gebruiken. :\Wi: Kapellc, 19 oktober 2019 Dc Zoflwsc Dulcet Vereniging

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2019 | | pagina 14