Zeeuws Overzee
Samenvatting van de lezing door Jacques Van
Keymeulen, gehouden op de dialectdag in Kapelle
De Zeeuwse expansie
Zeeuws in Zuid-Afrika
Het Negerzeeuws
Jacques Van Keymeulen
De Republiek der Zeven Verenigde Provinciën werd in de
17de eeuw een belangrijke maritieme en koloniale macht.
De Vereenigde Oostindische Compagnie VOC) voer op het
Verre Oosten en stichtte een koloniaal rijk in het huidige
Indonesië nog andere gebieden); de West-Indische Com-
panie WICverkende de eilanden van het Caraïbische
gebied en de kusten van Zuid-Amerika.
De provincie Zeeland liet zich bij die kolonale expansie
niet onbetuigd. Vanaf het einde van de 16de eeuw en de
hele 17de eeuw door ontplooiden de havens van Middel
burg, Vlissingen, Zierikzee en Veere een zeer aanzienlijke
activiteit. Middelburg was tot het einde van de 16de eeuw
de grootste haven van de Noordelijke Nederlanden; tot het
einde van de 17de eeuw was ze de tweede havenstad (na
Amsterdam) van de Republiek. Het is pas in 18de eeuw
dat een teruggang zich zou manifesteren. De Kamer van
Zeeland meende zelfs een tijd het alleenrecht te hebben
op de exploratie van de zgn. 'Wilde Kust' (noordkust van
Zuid-Amerika).
De Zeeuwse reders hadden ook andere nationaliteiten
in dienst dan enkel Nederlanders, maar toch kan men
ervan uitgaan dat heel wat Zeeuwstaligen zich hebben
aangemonsterd op de schepen die door de kooplui werden
uitgerust.
De Zeeuwse aanwezigheid in de koloniën in Oost en West
is goed bekend; minder bekend is echter dat de Zeeuwen
overzee ook hun taal hebben nagelaten. In wat volgt, zal
ik het hebben over het Zeeuws in Zuid-Afrika en in het
Caraïbische gebied. Voor het Zeeuws-Vlaams in Brazilië
verwijs ik naar het recente artikel van Bremenkamp e.a.
(2017).
Voor ik echter aan mijn uitleg over het Zeeuws overzee
begin, moet ik wel eerst iets vertellen over pidgin- en cre
ooltalen, taalvormen typisch voor een koloniale context.
Een pidgin is een taal die men leert als volwassene met een
bepaald doel, bv. handel drijven.
Er bestaan bestonden ook pidgins waarmee men mensen
(slaven) aan het werk zette: plantagepidgins, mijnpidgins
Een pidgin heeft doorgaans een beperkte woordenschat
en een beperkte structuur (bijv. enkel hoofdzinnen). Die
toestand verandert wanneer een pidgin een taal wordt.
Elke mens heeft een taal nodig: onder grote sociale druk
kan een pidgin dan op zeer korte tijd ontwikkelen tot een
creooltaal.
Een creooltaal is een volledige taal, waarvan de woorden
schat doorgaans aan een koloniale taal ontleend is. Een
creooltaal is wetenschappelijk erg interessant omdat een
dergelijke taal laat zien hoe mensen taal a.h.w. uitvinden.
Creooltalen worden wel dikwijls negatief gewaardeerd
doordat ze soms als gebrekkig worden beschouwd, en bo
vendien meestal gesproken worden door lagere (gekleur
de!) volksklassen in verre, vreemde, landen.
Het Nederlands heeft het helaas niet tot wereldtaal ge
bracht - niettegenstaande de koloniale expansie van de
Nederlanders, behalve dan in Zuid-Afrika en Namibië,
waar een dochtertaal van het Nederlands voortleeft in
het Afrikaans1. Afrikaanstaligen verkiezen overigens de
term zustertaal met het 17de-eeuwse Nederlands als ge
meenschappelijke moeder. Het Afrikaans kenmerkt zich
door vereenvoudigingen van het Nederlands, die alleen
verklaard kunnen worden door creolisering: het Neder
lands moet gesproken zijn geweest door mensen die zich
cultureel niet identificeerden met het Nederlands (nl.
de inheemse Khoi en de aangevoerde slaven) en die al
les wat ingewikkeld was gewoonweg overboord hebben
gegooid. In weerwil van wat men doorgaans denkt, wordt
er in Zuid-Afrika zowel in absolute als in relatieve cijfers
veel meer Afrikaans gesproken door de bruinmense de
kleuringen) dan door de witmense. De blanken hebben de
taal van de kleurlingen overgenomen: dat komt ervan als
men kinderen door knechten en slaven laat oppassen! De
blanken hebben wel een belangrijke bijdrage geleverd: ze
hebben het Afrikaans gestandaardiseerd en laten opklim
men tot een volledige cultuurtaal.
Ik gebruikte tot hiertoe de term Nederlands wanneer
ik het had over de basis van het Afrikaans. Afrikaans is
echter vooral ontstaan op basis van Nederlandse dialec
ten, vooral het Zuid-Hollands en het Zeeuws, maar is
diepgaand 'vernederlandst' toen de taal gestandaardiseerd
werd. In het Afrikaans kunnen wel tot vandaag sporen van
het Zuid-Hollands en Zeeuws aangewezen worden - we
moeten daarbij wel in het oog houden dat bepaalde ken
merken die beide dialecten in de 17de eeuw gemeen had
den, misschien vooral in het Zeeuws bewaard zijn geble
ven. Hierna sommen we maar een paar overeenkomsten
op tussen Zeeuws en Afrikaans. We hebben ons daarbij
gebaseerd op het boekje over het Zeeuws van Lo Van Driel
(2004) en hebben vooral gekeken naar de toestand op
Goeree-Overflakkee (zie het regioboek Van den Broecke -
de Man e.a. 1988 en Landheer 1955).
Verwarring liggen (intr.) en leggen (tr.) in ze. afr. lê
voor beide betekenissen;
Tweeklankachtige uitspraak van lange klinkers in ze.
en afr.;
Nasale uitspraak van lange klinkers vóór n in ze. en afr.
(als in gans en mens);
Ons i.p.v. wij: ze. ons bin zuunig afr. ons is ekonomies;
Voornaamwoorden: Goerees joele/juule en heulie ('jul
lie' en 'ze') afr.julle en hulle;
Hulpwerkwoord van tijd: altijd 'hebben' in ze. (hè,
hebbe, hewwe) en afr. (hê);
Voorkeur voor wezen (en niet zijn) in ze. en afr. wees.
Vers water 'zoet water' in ze. en afr. vars water).
enz. enz.
Het Afrikaans kan men niet echt een creooltaal noemen,
daarvoor lijkt de taal nog te veel op het Nederlands; het
is gecreoliseerd Nederlands. De enige echte creooltaal
die het Nederlands als basis heeft, is het Negerhollands2,