Nehalennia najaar 2017 nr. 197 Hendrik Hendrikzoon Buffel 1235-1276 iu Graaf Willem I en Graaf Floris IV afbeelding in Graven van Holland 1256). De zeewerende dijk van deze nieuwe polder liep langs Tholen. We vinden deze grens tussen de oude polder en de Vijftienhonderd Gemetenpolder fysiek nog steeds te rug, namelijk de Hoogstraat in Tholen. Hierin werd Tholen gesticht onder gezag van de ambachtsheer van Schakerlo. De belangrijkheid lezen we uit de oorkonden in 1229 en nog eens in 1256 waarbij al een watermolen wordt vermeld en een haven. Ook Hollestelle meldt dat de bedijking van de nieuwe Schakerlopolder rond deze tijd in opdracht van Graaf Willem I plaatsvond (1500 gemet). Professor Hende- rikx meldt eveneens dat rond 1220 de polder Nieuw Scha kerlo werd bedijkt in het ambacht Schakerlo. Al gauw blijkt dat de Buffels ook (en wellicht al eerder) invloed hadden en waarschijnlijk goederen bezaten buiten Tholen. Zo komt in 1222 de reeds als getuige bekende Ni- colaas filius Buffel voor bij de transactie over de verkoop van abdij Ten Duinen van een stuk land van hun grangia in Waarde. De grangia lag nabij Waarde en was toen nog onderdeel van het eiland Rilland (in het uiterste westen). De Buffels zullen waarschijnlijk daar bezittingen hebben gehad en in 1240 zou dan aansluitend het gebied zijn uit gebreid met Agger en Iemhof afbeelding gebied 5 Een tweede Hendrik Buffel, Ridder vinden we vermeld tussen 1235-1276. Ook hij verkeerde in de directe om geving van de graaf Willem II (1234-1256), de vader van graaf Floris V, en Hendrik was zijn vertrouweling. Hij was waarschijnlijk de zoon van de eerste Hendrik Buffel. In 1235 erfde hij de goederen van zijn overleden vader en werd hij Heer van Schakerlo. Deze goederen werden in 1248, als hij opnieuw beleend werd door de graaf, als volgt omschreven: Schakerlo waaronder Waarder Polfliet en het latere Tholen, Middeldrech, Mura, Goisech en Heerdrecht. Het gebied grensde tot aan Viane (Duiveland en bevatte dus ook de gorzen en slikken van dit gebied. Hendrik weet dankzij de gunst van zijn leenheer in 1235 het ambacht Dreischor te verwerven, wat nog eens be vestigd wordt in 1257, en in 1240 de ambachten Agger en Iempolder. In 1248 wordt dit nog eens bevestigd en daarin ook als leen 2/3 deel van de Vriesendikmare en de moe ren (veengebieden). In 1256 en 1264 wordt hij nogmaals vermeld als eigenaar van deze goederen. In 1254 blijkt hij ook goederen te hebben in het ambacht Schoudee. Als hij een grondtransactie verricht met abdij Ter Doest, die aldaar een grangia bezit. In 1254 verkoopt Ridder Hen drik, gezegd Buffel, samen met zijn vrouw, aan abdij Ter Doest goederen op Zuid- Beveland. Hendrik Buffel Ridder verkoopt samen met zijn vrouw aan abdij Ter Doest. Dat omvat 40 gemet land en moer in zijn ambacht in Schou- deemoer, nabij de uithof van de abdij gelegen, en deze 40 gemet te ruilen voor 40 gemet elders in zijn ambacht. Voorts de 55 gemet die de abdij reeds bezit en het recht een vaart naar de Morlode te graven, draagt hij deze over aan Salomo, monnik van abdij Ter Doest. Waarschijnlijk is dit het land, zoals vermeld in een oorkonde van 31 maart 1284, waarin Graaf Floris V aan abdij Ter Doest de goederen vrijdom van schot geeft in Zeeland, betreffende Krabbbendijke, Monsterhoek, Bommenee, alsmede het nabij de uithof van Schoudeemoer gelegen land, dat zij van Heer Hendrik Buffel hebben gekocht. Zijn belangrijk ste eigendom bleef Schakerlo, zoals blijkt uit het zegel dat hij in 1258 voert, waarop hij als Heer van Schakerlo wordt vermeld. Afbeelding zegel Hendrik Buffel 1258 CSN nr 803 Hij vergezelt Willem II op zijn krijgstochten tussen 1247 en 1249 om zijn benoeming tot Rooms-Keizer te bekrach tigen en de oppositie hiertegen neer te slaan, zoals bij de belegering van Aken, bij het kasteel van Andenach. Hij dient daarbij de graaf met een kogge en 30 krijgslieden. Hij verblijft in de nabije omgeving van de Rooms Koning. Ook blijkt hij als scheidsrechter op te treden bij geschil len in de regio, zoals in 1251 bij een geschil tussen abdij Ten Duinen en de ambachtsheer van Waarde, Jan van der Waarde. Zijn betekenis voor de graaf blijkt, als hij in 1249 als persoonlijk gezant gestuurd wordt naar Paus Innocen- tius IV in Rome om diens zegen te krijgen voor Willems benoeming tot Rooms Keizer. Dat lukt: nog steeds is Wil lem II de enige Hollands-Zeeuwse graaf die Rooms Ko ning wist te worden. Hendrik vergeet in Rome ook niet zijn eigen belangen te behartigen, zoals blijkt uit het feit dat de paus in 1249 opdracht geeft om zijn broer Gilles Hendrikzoon Buffel als kanunnik te laten benoemen aan het kapittel St Marie te Utrecht en hem tevens een aantal beneficiën (kerkelijke

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2017 | | pagina 5