Nehalennia najaar 2017 nr. 197 Polderschooltje Peeënveld fS..K0«: WILLEM lll-HQEVfl? Nogmaals Jacob en Wilhelmina Kodde met tussen hen in een on bekende vrouw, bij de Willem lll-hoeve. Foto: Historische Vereni ging Werkendam Na het ontslag werd het gezin uit het knechtshuisje ver dreven. Het kon nu terecht in 'een huisje vlakbij het pol derschooltje', waarmee Marie - dat kan haast niet missen - de welbekende Biesboschschool aan de Bandijk bedoeld, in de buurtschap Kievitswaard. Haar vader ging als los landarbeider overal bij de boeren werken, en was daartoe meestal de hele week van huis. Tijdens de schoolvakanties werkte Marie ook. 'Elke cent was broodnodig.' In het voorjaar moest ze suikerbieten 'dunnen, in de paas vakantie aardappels poten, en ook met Pinksteren kroop ze op haar knieën over het land. 'De vellen hingen erbij.' In de zomervakantie was het aren rapen, in het najaar overgebleven aardappelen zoeken. 'Zo was mijn school tijd, eigenlijk altijd werken.' Al die jaren heeft ze maar één schoolreisje meegemaakt, naar de suikerfabriek in Putters- hoek. Bijna kon ze niet mee, omdat ze geen net jurkje had; dat moest. Onbekenden hebben er toen voor gezorgd dat ze er een kreeg. Op haar twaalfde voltooide ze haar school en ging meteen 'dienen'. Ze belandde bij dezelfde boerin bij wie haar zwan gere moeder had gewerkt. 'Je had het werk niet voor het uitkiezen.' Haar vader werkte inmiddels ook weer bij deze boer, nu als los arbeider. Marie mocht niet als dienstmeid op de boerderij slapen, zoals de gewoonte was. Ze moest maar bij de arbeiders in de houten keet slapen, daar sliep haar vader immers ook. Elke morgen had ze om vijf uur op de boerderij te zijn. Hoewel ze nog pas 12 was, kreeg ze allerminst licht werk. Ze somt op dat ze melkbussen moest schuren, evenals de emmers, de ontromer en de zeven, met kokend sodawater. Als ze klaar was, controleerde de boerin met een krulspeld uit d'r haarknotje of alle moeilijke hoekjes goed waren schoongemaakt. Ze moest de kippenhokken reinigen, de stoepen schuren en schrobben, ze moest de luiers van de kinderen wassen, kleden kloppen, klompen schuren, water halen uit de put, de bedden opschudden. 'Ik was niet veel meer dan een koe voor die familie.' Na een tijdje had ze het geluk dat ze bij een andere boerin kon komen. Die behandelde haar tenminste als een mens. Ze kreeg er een eigen kamertje en mocht mee aan tafel zitten. Op haar veertiende verliet het gezin de Biesbosch. Vader kon werken op Walcheren, bij een Thoolse boer. Voor Marie, die tot dan als kind feitelijk geknecht was geweest, daagde geen onbekommerde toekomst, integendeel. Net als haar vader werd ze landarbeidster - in haar geval op Noord-Beveland, en ze zou dat werk dertig jaar blijven doen. Het grootste deel van het jaar, van alle navolgende jaren, stond ze om kwart over vijf op, en kwam ze tegen zes uur 's middags van het land. Tot de dokter het ver bood, op haar 45ste. Ze deed alles: vlastrekken, wat het allerzwaarste was, daarna graan snijden met de sikkel. Mestkarren laden, de mest verspreiden. Graan op de wagens vorken, voeder- en suikerbieten rooien. Als het regende, verzon de boer wel wat anders: koeienstallen en varkenshokken uitmesten en jute zakken stoppen. Diezelfde boer, een vreselijke vent, ging eens op het peeënveld vóór Marie en haar broertje uit op de peeën schijten. 'En dan mochten wij door zijn stront wieden.' Marie is door de boer zozeer gekleineerd en gekoeioneerd, dat ze hem haatte. 'Die zou ik vezeltje voor vezeltje uit el kaar hebben kunnen trekken.' De landarbeid bezorgde haar een hernia. De dokter ver bood Marie, die intussen was getrouwd en twee zonen De Willem lll-hoeve, waar Laurens Deurloo (en lang ook zijn vrouw) in mensonterende omstandigheden moesten werken voor de familie Kodde. De boerderij is in 2012 gesloopt, om ruimte te kunnen maken voor de rivier. Foto: Gert van Engelen

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2017 | | pagina 11