a T. Interieur van de kelder met de opgehoogde vloer, gezien naar het zuiden, met in de muur een boogvorm van de weermuur, met daarin een restant van een tralie, 2011 periode van het einde van de 13de tot de 15de eeuw. De bestudering van het metselwerk van de zuidmuur van de toren en de weermuur geeft niet direct aanleiding te veronderstellen dat er een hiaat zit tussen de bouw van de weermuur en het bouwen van de toren. Een extra aanwij zing die voor een gelijktijdige bouw pleit is de aanwezig heid van identieke spaarbogen in zowel de weermuur als de drie originele muren van de toren. De bezittingen van de Goese ambachtsheer Floris van Borsele vielen na diens verdrijving naar Vlaanderen toe aan de Hollandse graaf, die ze in 1315 aan Jan van Beaumont schonk. Gedurende de hele 14de eeuw is er onduidelijkheid over de toestand en het gebruik van de kasteeltoren. Diverse edelen uit de omgeving van Goes werden beleend door de Goese ambachtsheer met Toren- borch, waarbij niet altijd duidelijk is of zij inderdaad als leenman of als eigenaar werden gezien. De strategische betekenis van de toren moet in de loop van de 14de eeuw sterk zijn verminderd, want in een lijst van Bevelandse kastelen waar een militaire bezetting werd gelegd in 1353 in verband met de Hoekse en Kabeljauwse twisten komt Torenborg al niet meer voor.5 In 1386 bewoonde heer Bartholomeus, pastoor van Goes, de toren als huurder van edelman Willem Danielsz., die op zijn beurt de toren blijkbaar in leen hield van de Goese ambachtsheer van dat moment, Guy van Blois. Van de grachten, die wij ge makshalve naar hun ligging aanduiden, was in ieder geval de oostgracht al gedempt. In de tijd van bewoner pastoor Bartholomeus bouwde het dorpsbestuur namelijk in 1384 in de voormalige oostgracht een klokkentoren. Deze to ren kreeg een kerkelijke functie; over de plaats kun je je verbazen. Goes beschikte op het zeer ruime terrein van de latere Singelstraat over een kleine dorpskerk, die in de 15de en vroege 16de eeuw zou uitgroeien tot de huidige Grote of Maria Magdalenakerk. Waarom de klokkentoren niet tegen of nabij de kerk werd gebouwd is onduidelijk. Om de beslotenheid van het kasteelterrein in stand te houden zal een muur de functie van de oostgracht hebben overgenomen. In latere bronnen wordt deze diverse keren genoemd. In 1413 kon edelman Willem Danielsz. Torenborg over nemen van de graaf van Holland, die met het overlijden van Guy van Blois weer ambachtsheer was geworden. Kort daarop werd Wolfert van de Maalstede, baljuw van Goes van 1419-1446, eigenaar van de toren. Samen met zijn vrouw Maria van Haamstede bezat hij veel ambachten, tienden en landerijen met kastelen op Zuid-Beveland. We hebben er geen gegevens over maar vermoedelijk bewoon de hij met enige regelmaat de toren, naast zijn stamslot Plattegrond van Slot Oostende naar Is. Hilder- nisse, 1695. Centraal in de gebouwen bevindt zich de rechthoek van de oudst- overgebleven kasteelto ren, met de nieuwe muur (niet de weermuur) waar mee het kasteelterrein werd afgescheiden van de achtererven die op de gedempte grachten waren gebouwd. In de linkerbo venhoek staat geschreven: 'vliederboom alhier', waar meestal sprake is van de moerbeiboom. Zeeuws Ar chief, Zelandia lllustrata, II, nr. 1444. t ylu l.5 DüSlc vl dtj te ÜiCel eryt Uil, ihtjS u J atn Vy it at

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2017 | | pagina 6