Nehalennia voorjaar 2017 nr. 195 Van edelen naar burgers 13 ÜI33 fffiJB&ïïHMÉ 3® A] Slot Ter Linde, schilderij uit 1648 door Lourens Bernard. heid Welzinge. In die periode zal Adolf van Bourgondië slot Ter Linde hebben gekocht en het ligt voor de hand dat hij het initiatief nam om van Ter Linde een zogeheten jachtslot te maken. Als heer van Veere bezat Adolf al het stamslot Zandenburg. Adolf van Bourgondië bekleedde de hoge post van admiraal van de Nederlanden. Na Adolfs overlijden in 1540 krijgen we meer zekerheid, want het is duidelijk dat zijn zoon Filips van Bourgondië- Fontaines toen eigenaar werd van zijn vaders jachtslot. De volgende bezitter van Ter Linde was Anna van Bourgon dië, de dochter van Filips en Johanna van Hesdin. In 1558 - als gevolg van haar huwelijk - of in 1566 - na de dood van haar vader Philips - mocht deze Anna het slot tot haar bezit rekenen. Anna trouwde met Jacob de Smith, die zich vervolgens liet noemen naar één van de andere ambachts- heerlijke bezittingen van zijn vrouw, het Zuid-Bevelandse Baarland. Jacob de Smith van Baarland was baljuw van Veere en Vlissingen en werd in 1572 de eerste gouverneur van Walcheren. Vermoedelijk was Ter Linde in 1585 een huwelijkscadeau voor Jacob en Annas dochter Maria de Smith van Baarland3. Zij werd in 1565 geboren en trouwde precies twintig jaar later met Emmery van Lier, gouver neur van Willemstad4. Een andere dochter, Jacqueline de Smith van Baarland, troffen we al bij eerdere historische onderzoeken. Zij bezat onder meer buitenplaats Grooten Boomgaard in het bui tengebied van Koudekerke, ongeveer op de plek waar nu de Vlissingse woonwijk "t Fort' zich bevindt5. Jacqueline bewoonde met haar man Rombout van Wachtendonk het bekende Slot Baarland. Ook dit slot was van haar moeder Anna geweest. Waarschijnlijk overleed Maria de Smith van Baarland in of net vóór 1627, want in het zogeheten vergaarboek van de Zuidwatering van Walcheren uit 1625 komt haar naam nog voor6. Haar zoon Willem van Lier, ambachtsheer van het Zuid-Hollandse Oosterwijk, was haar enige erfge naam. Van Lier was raadsheer in Holland, maar zou de Nederlanden tijdelijk verlaten in verband met een andere belangrijke functie. Willem van Lier werd in 1627 voor een periode van drie jaar benoemd tot ambassadeur in de Republiek Venetië. Vanwege zijn vertrek naar Zuid-Europa verkocht hij in dat jaar Ter Linde; dat schreef althans Johannes ab Utrecht Dresselhuis in zijn boek over de Zuidwatering van Wal cheren uit 18427. Helaas vermeldde de auteur niet zijn bron. Indien Dresselhuis' bewering juist is, kunnen we constateren dat de periode waarin edelen het slot in han den hadden, in 1627 ten einde was gekomen. Nu werden vermogende burgers de eigenaren van Ter Linde, want het was Pieter Rombouts, vermoedelijk een vermogende

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2017 | | pagina 15