m
"Kan ik morgen even langskomen? Ik heb nog wat voor je
liggen."
Daags daarna Mare met zijn 'transporttas'.
"Jij bent toch gek op mispels? Kijk eens hier."
Een zak met een stuk of vijfentwintig 'mupsels'. Een aantal
ervan was al 'rot'; ze konden direct gegeten worden. Ze
eerst een tijd in 'ne mouternist leggen was niet meer
nodig. Ne mouternist ja. We hadden er nagenoeg elk jaar
zelf ook een. We wisten dus verdraaid goed wat er mee
bedoeld werd, maar toch voor de aardigheid eens in het
Woordenboek der Zeeuwse Dialecten gekeken.
- mouter rijp, zacht (van vruchten): L.v.H. (Land van
Hulst); matere: in het bijzonder van mispels. Westdorpe; ook
gegeven door Westkapelle.
- mouteren zacht worden, rijp worden van vruchten in
het bijzonder mispels (in het hooi). L.v.H. muteren. Zie
laove(n); muke(n).
28
Wat dat 'materen' betreft: als het uitgesproken wordt zoals
het er staat, zal het niet bekend voorkomen. Het geldt
ook niet voor het hele Land van Hulst, maar enkel voor
de grenskanten en het moet uitgesproken worden als ma
voor mouw en scha voor schouw, maar dat is niet op te
schrijven. Laoven wordt in het Land van Axel gebruikt,
muken is overkants, maar er wordt ook het laten rijpen
mee bedoeld. En dan is er dus nog:
- 'n mouternist warme plek in 't hooi, om vruchten te
mouteren, te laten rijpen. L.v.H maternest. Voor dat laatste
woord geldt hetzelfde als wat daarover hiervoor al gezegd is.
Om op dat cadeautje van Mare terug te komen: ze waren
natuurlijk niet echt rot, niet bedorven. Wel zo mals als
boter en zo hoort een rijpe mispel ook te zijn. Eer ze zover
zijn, is echter het achterjaar al dik halverwege en wacht
daarop! Een oude manier om voedsel warm te houden of
te laten garen was de hooikist. Een grote kist met dekens,
papier of hooi erin waarin pannen met spijzen werden ge
zet. Over dergelijk materiaal beschikten wij natuurlijk niet,
maar bij een bevriende boer of in het schelfje met hooi
voor de geit was altijd wel een plekje te vinden, waarin ze
goed bewaard konden worden om te mouteren. Mispels
vooral dus, ook pruimen en, als we het wel hebben, appels.
Wellicht ook nog wel andere vruchten, in ieder geval de
steenvruchten van de sleedoorn, in ons jargon 'de zwar
ten doren'. De sleedoorn is een wilde pruimensoort met
blauw-berijpte vruchten ter grootte van een kleine druif.
Ze zijn ontzettend wrang, maar als de vorst er overheen
is geweest of als ze een tijdje gemouterd zijn, dan zijn ze,
bij gebrek aan iets beters, wel te eten. Sleedoornstruiken
behoren in onze regionen tot de inheemse flora. Ze zijn
echter ook veel, met name in beplantingen aan dijken en
op overhoekjes, aangeplant en daar zijn ondersoorten bij
waarvan de vruchten groter zijn dan bij de 'wilde'.
George Sponselee
Antwoorden vragenlijst 185
We mochten weer een heleboel zorgvuldig ingevulde
vragenlijsten ontvangen. Alle medewerkers/ster hartelijk
dank daarvoor. Het is een prettig gevoel te mogen ervaren
dat bij heel veel leden de inzet om de lijsten in te vullen,
gevoeld wordt. Nogmaals hartelijke dank. Jullie antwoor
den zijn de moeite waard. Ga er even voor zitten en lees ze
zorgvuldig door. Op- en aanmerkingen zijn natuurlijk van
harte welkom.
De vragenlijst had als onderwerp: Het weer, je kan er
eindeloos over praten.
1. 't spettert 'n bitje het regent een beetje W (Ok, Bgk) ZB
(Ha, Hkz, Kpl, Bsl, Bzl, Lwd, Hrh,Kwd, Kwd, Dwg, Ovz,
Ndp, Ier, Ril) T(Ovm, Po) SchD (Otl,Bns, Sjl, Rns, Zr,
Dsr) ZVW (Obg, Hp, Sdk) LvA (Ax, Hok, Nz) LvH (Hek)
ZVO-zd (Kw, Ovs) GOfl (Odp); 't miezert 'n bitje W (Ok)
ZB (Kpl) SchD (Elm, Otl, Zr, Dsr) 't motregent ZB (Bsl)
SchD (Ha) 't zêêbert LvH (Klz) 't mookt SchD (Ha).'f Is
maor 'n vlaogje ZVW (Sdk).
2. 'n egaele locht een effen grijze lucht W (Bgk) ZB (Ha,
Hkz, Kpl, Bsl, Ril) T (Ovm, Po) SchD (Bns, Sjl, Elm, Otl,
Zr, Dsr) LvA (Nz) LvH (Klz) GOfl (Odp). Een gesloten
lucht ZB (Ha) 'n doenke lucht ZB (Lwd, Hrh,Kwd, Dwg,
Ovz, Kwd, Ier) 'n grieze locht SchD (Otl, Rns) 'ne grijze
lucht LvH (Klz) 'n saoje lucht SchD (Zr) de lucht zit dicht
SchD (Ha) 'n grauwe lucht ZVW (Hp) en 'n egaolen lucht
LvH (Hek).
3. de lucht zit te meuken 't wordt slecht weer SchD (Brns)
d'r zit wèrkieng in de lucht W (Ok) .zit te moken ZB